TEL AVIV - Als een van de ernstigste tekenen van interne Palestijnse ruzie hebben honderden Palestijnen gisteren in Gaza een straatgevecht uitgevochten met de Palestijnse politie.
De uit de hand gelopen demonstratie was een protest tegen pogingen van de Palestijnse politie eerder deze week om drie leden van de militante Hamas-beweging op te pakken.
De actie, waarbij met stenen werd gegooid naar het huis van de chef van de militaire inlichtingendienst, geeft de problemen aan die de Palestijnse leider Jasser Arafat heeft om de 'Palestijnse straat' onder controle te houden.
Een recente opiniepeiling stelt dat 92 procent van de Palestijnen voor gewapende aanvallen op Israëlische soldaten in de bezette gebieden is. De internationale gemeenschap en Israël eisen van Arafat juist dat hij zorgt voor het terugkeren van de rust in de Palestijnse gebieden.
De Europese minister van Buitenlandse Zaken, Javier Solana, zei gisteren na een ontmoeting met de Israëlische premier Ariel Sjaron heel voorzichtig signalen te zien dat er vooruitgang wordt geboekt bij de pogingen tot een staakt-het-vuren te komen. Hij denkt dat het tijdstip nadert dat er verdere stappen genomen kunnen worden in het mede door hem ontworpen plan van de commissie-Mitchell, dat voorziet in een aantal 'vertrouwenwekkende maatregelen'.
Sjaron blijft vasthouden aan absolute rust voordat hij met de Palestijnen wil onderhandelen.
Het laatste slachtoffer in het conflict is een Palestijnse tiener, die door messteken en kogels omkwam nabij de Palestijnse stad Ramallah. Palestijnse agenten hebben zijn lichaam overgedragen aan de Israëlische autoriteiten. Over de juiste toedracht van het dodelijke incident bestaat nog geen duidelijkheid. Het vermoeden bestaat dat de 18-jarige Joeri Goesjtzin is ontvoerd. Zijn lichamen zou ook tekenen van marteling vertonen.