JAKARTA - In een bliksemactie heeft de Indonesische Raadgevende Volksvergadering (MPR) gisteren president Abdurrahman Wahid aan de kant gezet en vervangen door Megawati Soekarnoputri, tot dan vice-president.

|
Wahid. (Foto: REUTERS)
|
Daarmee kreeg Megawati eindelijk waar zij 21 maanden geleden als grote winnares van de eerste democratische verkiezingen in het land al recht op had: het presidentschap van het naar bevolkingsomvang vierde land ter wereld.
Unaniem
Nog geen etmaal nadat president Abdurrahman Wahid, in een poging zijn afzetting door het parlement te verijdelen, de noodtoestand afkondigde en het parlement ontbonden verklaarde, was hij afgezet en vervangen.
De 601 aanwezige leden van de MPR stemden unaniem voor afzetting van Wahid en voor Megawati als zijn opvolgster. Nog geen kwartier na de stemming legde Megawati de eed af en had Indonesië zijn vijfde president: de dochter van Soekarno, de Vader van de Republiek, die het land van 1949 tot 1965 leidde.
Ze werd als eerste gefeliciteerd door Amien Rais, de MPR-voorzitter die haar 21 maanden geleden de pas naar het hoogste ambt afsneed omdat een vrouw daarvoor in een moslimland niet in aanmerking diende te komen, maar die nu bekwaam van koers veranderde omdat de verwijdering van Wahid een hogere prioriteit had.
Verwarring
Aan de schielijke machtswisseling in Jakarta ging een politiek verwarrend weekeinde vooraf. President Wahid had vrijdag gedreigd om 18.00 uur de noodtoestand af te kondigen indien het parlement zou doorgaan met de voorbereidingen voor de afzetting van het staatshoofd.
Hoewel hij zijn dreigement niet uitvoerde, besloot de Raadgevende Volksvergadering (MPR) toch tot een speciale, aan die afzetting gewijde zitting op zaterdag.
Tijdens die zitting werd Wahid uitgenodigd op maandag voor de MPR verantwoording af te leggen voor zijn 21 maanden oude, chaotische beleid. Wahid weigerde dat. Om 1 uur in de nacht van zondag op maandag kondigde hij alsnog de noodtoestand af en ontbond de DPR en de MPR (beide kamers van de volksvertegenwoordiging).
Zes van de ministers in zijn kabinet namen daarop ontslag. Zoals zich in de afgelopen maanden al had afgetekend, weigerden politie en krijgsmacht mee te werken aan de uitvoering van de noodtoestand. Daarmee was Wahids wapen al bot gemaakt.
Onwettig
En in de vroege uren van maandag verklaarde het Opperste Gerechtshof Wahids besluiten voor onwettig. De MPR begon daarop om 8 uur gisterochtend volgens schema aan de zitting die het politieke einde van Wahid zou bezegelen.
Hoe dat zou uitpakken, was twee dagen voordien al duidelijk geworden. Toen hadden 591 van de aanwezige 600 leden gestemd voor een speciale, aan Wahids afzetting gewijde zitting, inclusief de 38 vertegenwoordigers van de krijgsmacht en de politie. Dat was ruim 98%.
Zelfs als de afwezige 100 leden tegen hadden gestemd, zou nog 84% van het voltallige parlement voor Wahids vervanging zijn geweest. Met 601 stemmen tegen Wahid bleek de weerstand gisteren nog toegenomen.
Patstelling
Ook toen de verhoudingen gistermiddag duidelijk waren geworden en de MPR-voorzitter Wahid polste over diens heengaan, weigerde de betrokkene zich gewonnen te geven en liet weten het presidentiële paleis niet te zullen verlaten.
Aan deze patstelling was gisteravond nog geen einde gekomen. Naar verluidt zou Megawati hem hebben gevraagd het paleis binnen 24 uur te ontruimen. Doet hij dat niet, dan zoekt men vermoedelijk een Indonesische oplossing voor het probleem.
Men isoleert hem van de buitenwereld en laat hem voorlopig begaan. De niet meer dan 500 tot 600 van zijn aanhangers die gisteravond voor het presidentiële paleis demonstreerden, zullen hem wel duidelijk maken dat zijn steun aan het afbrokkelen is.
Corruptie-aantijging bracht Wahid ten val
Na meer dan drie decennia autocratisch Soeharto-bewind en een kort intermezzo met president Habibie kende de euforie in Indonesië geen grenzen toen de bijna blinde moslimgeleerde Abdurrahman Wahid in oktober 1999, na de eerste democratische verkiezingen in de republiek, als vierde president aantrad.
De republiek verkeerde aan de rand van de economische afgrond terwijl angstige herinneringen aan de repressie onder het Soeharto-regime levend werden gehouden door de krijgsmacht, die nog steeds, tot in de uithoeken van het bestuur en het bedrijfsleven, alom aanwezig was.
Terwijl het land de eerste wankele schreden zette op de weg naar democratie, legde Indonesië zijn lot in handen van de man die het de grootste democraat waande en maakte kennis met een stijl van regeren die het niet kende.
Gus Dur, zoals de koosnaam van de nieuwe president luidde, ging vastberaden van start. Binnen enkele maanden wist hij de rol van de militairen uiterst bekwaam terug te dringen. De krijgsmacht trok zich geleidelijk terug uit provinciale en gemeentelijke bestuursorganen. Nog geen half jaar na zijn aantreden ontsloeg hij zelfs de opperbevelhebber, generaal Wiranto. Indonesië en de wereld keken bewonderend toe.
Reizen
Daarna begon Wahid te reizen. Ook dat bleek aanvankelijk meer dan pure reislust te zijn. Zijn eerste tocht ging onder meer naar enkele Arabische landen, waar hij de buitenlandse steun aan moslim-separatisten in Atjeh de pas had afgesneden. Gus Durs politieke sluwheid begon spreekwoordelijke trekjes te vertonen.
Daarna was het afgelopen met de successen. Hij bleef reizen in zijn korte presidentiële carrière bezocht hij meer dan 50 staten maar aan zijn belangrijkste opdracht, het land uit het economische slop halen, wilde hij maar niet toekomen. Ook zijn stijl veranderde. Gus Dur werd chaotisch en onberekenbaar. Ook de belofte de corruptie te bestrijden kwam hij niet na.
Sterker, er deden zich enkele gevallen voor van corruptie waarbij de president persoonlijk betrokken leek. Een parlementaire commissie onderzocht die zaken en bevond hem niet geheel onschuldig. Hoewel de procureur-generaal hem niet schuldig achtte, bleef er een geur van corruptie aan hem kleven die hem niet meer los liet.
Toen de oppositie zich tegen zijn beleid, of tegen het ontbreken ervan, begon te formeren, bleek Gus Dur ook minder lieve, en vooral minder democratische trekken te vertonen. Hij had zich inmiddels sterk gehecht aan het zachte pluche van zijn presidentiële zetel en bleek bereid die met hand en tand te verdedigen.
In de eerste maanden van dit jaar gaf het parlement hem twee keer een tik op de vingers in de vorm van een vermaning. Aanleiding waren niet alleen de genoemde corruptiezaken, maar vooral zijn chaotische, zelfs incompetente beleid. Wahid trok zich daar niets van aan. Hij verkeerde in de veronderstelling dat het parlement de president niet kan corrigeren en hij reageerde niet, althans niet adequaat. Dat zette kwaad bloed.
In zijn strijde tegen een steeds groter wordend aantal politieke tegenstanders dreigde hij bij herhaling de noodtoestand uit te roepen. Toen hij ultimatums begon te stellen aan het parlement, dat hem ter verantwoording wilde roepen, was de emmer bijna vol. De laatste druppel viel daar zondagavond laat in. |