DEN HAAG - De Nederlandse vliegtuigindustrie ziet geen enkel perspectief in het meebouwen aan de twee Europese kandidaten voor de opvolging van het F16-gevechtsvliegtuig, de Eurofighter en de Franse Rafale.

|
De Franse Rafale. (Foto: REUTERS)
|
Ondanks uitgebreide contacten tussen de Nederlandse en Europese bedrijven worden de aanbiedingen maar niet concreet. "Het enige waar de Europeanen mee bezig zijn, is de zaak frustreren om te voorkomen dat er in oktober door Nederland een besluit wordt genomen om mee te doen met de productie van de Amerikaanse Joint Strike Fighter (JSF)", zegt Philips-manager S. Bronsgeest.
Hij is bestuurslid van het Nifarp, een organisatie van 45 Nederlandse bedrijven die betrokken zijn bij de vervanging van de F16. Het Nifarp is groot voorstander van het instappen in het JSF-project omdat Nederlandse bedrijven dan mee kunnen doen met het ontwerpen van een splinternieuw toestel. De Eurofighter en de Rafale zijn al jaren geleden ontworpen.
Eind oktober kiest de Amerikaanse regering tussen de twee varianten van Boeing en Lockheed Martin. Vervolgens moet Nederland er snel bij zijn om in te tekenen op de productie, anders zijn de werkpakketten verdeeld en komen de Nederlandse bedrijven er niet meer tussen, waarschuwt Bronsgeest.
"Voor de Nederlandse luchtvaartindustrie is het nu erop of eronder", zegt zijn collega-bestuurslid B. Spee, directeur van het Nederlandse Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). "Het luchtvaartcluster loopt gevaar. Als we niet in de JSF participeren dan denk ik dat het ophoudt."
Nederland heeft vanaf 2010 behoefte aan 80 tot 90 toestellen, een opdracht waar 12 tot 14 miljard mee is gemoeid. Voor het meedoen met de JSF-productie moet $800 miljoen op tafel worden gelegd. Dat geld komt voor een deel terug in een korting op de stukprijs. Volgens onderzoek van het bureau Booz Allen & Hamilton zou de coproductie door Nederland, die 4% omvat van de totale serie van 4000 tot 5000 toestellen, tenminste $5 miljard aan omzet opleveren.
De Nederlandse overheid heeft na het omvallen van Fokker 200 miljoen aan subsidie besteed om Nederlandse bedrijven in het JSF-project te positioneren. De bedrijven zelf hebben daarvoor ruim 100 miljoen geïnvesteerd. Dat heeft volgens het Nifarp geleid tot zeker 25 voorcontracten met Boeing of Lockheed Martin, dan wel de motoren-fabrikanten Pratt and Whitney en General Electric.
Deze voorcontracten zullen niet allemaal realiteit worden omdat wie een overeenkomst heeft met de uiteindelijke verliezer, Boeing of Lockheed Martin, mogelijk buiten de boot zal vallen. Bovendien moeten alle coproducenten onderling nog concurreren voor de deelopdrachten. Niettemin is het volgens Spee geen enkel probleem om de voorspelde omzet te halen.
De Europese fabrikanten, Eurofighter en Rafale-producent Dassault, schermen intussen met hun eigen participatievoorstellen. De Nederlandse industrie is er inmiddels moedeloos van geworden. Philips-manager Bronsgeest: "In gesprekken is van alles 'bespreekbaar', maar als je vervolgens brieven schrijft met een verzoek concreet te worden krijg je geen antwoord. Bijvoorbeeld de Franse motorenfabrikant Snecma heeft ons ondanks herhaalde verzoeken nog steeds niet gezegd wat we zouden kunnen maken. De Duitsers worden ook nooit concreet."
Een groot probleem wordt dat de huidige werkverdeling bij de Eurofighter en de Rafale moet worden opengebroken als de Nederlanders moeten meedoen, waarschuwt het Nifarp. Bronsgeest: "De toeleveranciers van Rafale en Eurofighter schreeuwen moord en brand. Uiteindelijk komt het neer op: wat is het rottigste productiedeel dat we kunnen missen. Dat gaat dan naar de Nederlanders.
Wij van Philips zijn de grootste flatscreenboeren van de wereld. Er is maar één concurrent, Sextant in Frankrijk. Denk je dat de Fransen dat onderdeel van de Rafale eruit gooien en aan ons geven? Dat krijgen we nooit."
De Nederlandse bedrijven maken zich intussen grote zorgen dat de politiek het in oktober niet zal aandurven om de knoop door te hakken, mede vanwege de verkiezingen van mei volgend jaar. Het 'vuiltje' van wie opdraait voor welk deel van de $800 miljoen voor JSF-deelname, de overheid of de industrie, is volgens NLR-directeur Spee niet het echte probleem: "Dat wordt best opgelost. Er is niemand in de politiek volstrekt tegen meedoen met de JSF maar iemand zal eens een keer zijn nek moeten uitsteken."