BONN - De missie van voorzitter Jan Pronk om op de Klimaatconferentie in Bonn een wereldwijd akkoord te sluiten over het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, hing gisteravond laat aan een zijden draadje.

|
Jan Pronk (Foto: AP)
|
Japan bleek na vier dagen onderhandelen tussen ministers uit zo'n 180 landen de grote dwarsligger te zijn. De Japanners hielden tot het bittere eind tal van bezwaren tegen de voorstellen van Pronk, waardoor zij gisteren dreigden het concept-akkoord niet te zullen tekenen.
De Nederlandse delegatieleider, staatssecretaris Benschop (Buitenlandse Zaken), was gisteravond weinig optimistisch. Hij schatte de kans op een klimaatakkoord op "minder dan 50%".
Amerika, 's werelds grootste energieslurper, wil zich niet binden aan wettelijke regels om de CO2-uitstoot te beperken, en deed in Bonn alleen voor spek en bonen mee om de eigen belangen in de gaten te houden. President Bush, die eerder het zogenoemde Kyoto-verdrag 'dood' verklaarde omdat het de olie-industrie schaadt, wil later dit jaar met eigen voorstellen komen om de klimaatveranderingen tegen te gaan.
Er was lange tijd een redelijke kans op succes. Vrijwel alle landen waren bereid een akkoord te sluiten. Hoewel niemand echt enthousiast was over het compromisvoorstel dat Pronk zaterdagnacht op tafel had gelegd, ontstond er gistermiddag geleidelijk aan steeds meer steun voor het voorstel.
Grote aanvoerder in de onderhandelingen was de Europese Unie, die inzag dat een nieuwe mislukking na de geklapte conferentie in Den Haag wel eens de doodsteek zou kunnen zijn voor de aanpak van het klimaatprobleem. Ook de milieubeweging en het internationale bedrijfsleven waren redelijk positief.
De Duitse Milieu-minister Trittin (Groenen), de gastheer van de conferentie, wees erop dat Europa veel water bij de wijn heeft gedaan om Japan, Canada en Australië over de streep te trekken. Op die manier hoopte Europa de Amerikanen, desnoods na de regering van president Bush, uiteindelijk toch weer te kunnen betrekken bij de gezamenlijke strijd tegen klimaatverandering.
De opdracht van Bonn was om de afspraken die in het Japanse Kyoto in 1997 zijn gemaakt, nader uit te werken. Daar heeft de wereld afgesproken dat industrielanden samen hun uitstoot van broeikasgassen zoals CO2 tussen 2008 en 2012 met 5,2% moeten hebben teruggebracht ten opzichte van de vervuiling in 1990. Voor ieder land geldt echter een specifieke reductietaak.
De handhaving van die wettelijke reductietaak bleek in Bonn het grootste twistpunt.