DEN HAAG - Met alle aandacht gericht op hoofdverdachte Slobodan Milosevic dreigen de processen tegen de 'kleinere vissen' voor het Joegoslavië-Tribunaal in de schaduw te komen staan.
De afgelopen week werden de slotpleidooien gehouden in twee zaken over gruwelijkheden in de kampen Omarska en Foca in Bosnië, waar moslims, Kroaten en andere niet-Servische burgers werden vastgehouden onder erbarmelijke omstandigheden.
Het waren in 1992 de televisiebeelden van uitgehongerde gedetineerden in het kamp Omarska in het noordwesten van Bosnië die de wereld schokten en er mede toe leidden dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties het Joegoslavië-Tribunaal oprichtte. Met de afronding van dit proces komt er acht jaar na de oprichting van het Tribunaal een einde aan het eerste proces over concentratiekampen in Bosnië.
|
Zoran Zigic (l.) en Mlado Radic. (Foto: ANP)
|
Voor vijf verdachten van de Omarska-zaak nam het proces bijna anderhalf jaar in beslag. Aanklager Susan Somers eiste twee keer levenslang, voor Mlado Radic en Zoran Zigic. Deze twee, van wie alleen Zigic enige schuld heeft bekend, zouden in Omarska persoonlijk meegewerkt hebben aan het etnisch zuiveren van de Prijedor-regio. Moslims en Kroaten werden in het kamp vermoord, gemarteld en verkracht.
Sadist
Volgens zijn advocaten is Zigic gedeeltelijk schuldig aan het slaan van gevangenen. Hij zou een milde straf moeten krijgen. Somers schilderde Zigic, een voormalige taxichauffeur, af als een sadist. Hij kwam in het kamp als buitenstaander martelen en moorden. Ook vernederde hij gevangenen bijvoorbeeld door hen zijn schoenen te laten kussen.
Radic stond als oud politieagent aan het hoofd van een groep bewakers. Hij maakte zich volgens de aanklacht schuldig aan verkrachtingen en aanrandingen. Een vrouw werd zelfs vijf keer verkracht binnen enkele weken. Maar Radic' advocaat Toma Fila, de voormalige advocaat van Milosevic, noemde hem maar een simpele agent die zich meer bekommerde om zijn eten. "Omdat de verdachten tot de lagere rangen behoorden, moeten wij ze niet behandelen als een Mladic of Karadzic", aldus Fila over de strafmaat die Somers had geëist. Hij vond dat de schuld van Radic niet voldoende bewezen was.
De andere drie verdachten, Miroslav Kvocka eis 35 jaar, kampcommandant de vermoeid ogende Dragoljub Prcac eis 35 jaar, plaatsvervangend commandant en Milojica Kos eis 25 jaar, leider van een groep bewakers zijn volgens hun advocaten alle drie onschuldig. Het 'extreme kwaad' dat volgens Somers in Omarska huisde, werd belichaamd door alle verdachten.
Foca
In een andere rechtszaal werd tegelijkertijd een ander gruwelijk hoofdstuk uit de Bosnische oorlog behandeld. De 60-jarige Milorad Krnojelac was van april 1992 tot augustus 1993 directeur van de voormalige gevangenis van Foca, ten zuidwesten van Sarajevo. In een van de grootste gevangenissen van het voormalige Joegoslavië werden niet-Servische inwoners uit de regio-Foca opgesloten. De oud-leraar Krnojelac stond toe dat anderen de gedetineerden martelden, mishandelen en vermoorden.
Aanklager Hildegard Uertz-Retzlaff presenteerde een fotocollage met daarop 28 foto's van vermoorde moslims en Kroaten. Als directeur had Krnojelac de middelen gehad de moord op deze 28 en de tientallen martelingen van anderen te voorkomen. Hij droeg verantwoordelijkheid volgens de aanklager, die 25 jaar eiste. De verdediging beweerde dat Krnojelac geen zeggenschap had over de moslims. |