|
Angelie Jolie speelt Lara Croft in de film Tomb Raider. (Foto: ANP)
|
AMSTERDAM - Cambodja hoopt dat de film 'Lara Croft: Tomb Raider', die sinds deze week in de Nederlandse bioscopen draait, massa's toeristen en daarmee dollars naar het land zal trekken.
De film is deels opgenomen bij de eeuwenoude tempels van Angkor, in het noordwesten van Cambodja. Het archeologische complex, dat op de gevarenlijst van de Unesco prijkt, zucht nu al onder diefstal en vernielingen. Het is de vraag of een film met in de titel 'Grafrover' (Tomb Raider) niet meer kwaad dan goed zal brengen.
De Unesco heeft Cambodja gewaarschuwd toen het Amerikaanse filmbedrijf Paramount te kennen gaf opnames in het land te willen maken. Een rondborstige actieheldin uit een computerspelletje die de heilige tempels van Angkor als strijdtoneel gebruikt, zou niet goed zijn voor het spirituele karakter van het gebied. Unesco's Mounier Bouchenaki schreef een brief aan de Cambodjaanse autoriteiten waarin hij waarschuwt voor de "onherstelbare schade" die de film zou kunnen aanrichten.
De in Parijs gevestigde VN-organisatie, die ook aan de alarmbel trok toen in de buurt van de tempels karaokebars uit de grond werden gestampt, wil de huidige staat en karakter van het fameuze gebied in stand houden. Het armlastige Cambodja wil dat ook, maar heeft de bodem van de schatkist in zicht. In 1999 was het toerisme goed voor bijna een half miljard gulden en alles wordt in het werk gesteld om dat bedrag te laten stijgen.
Bij de onderhandelingen over de filmopnamen uitte Cambodja wel zijn bedenkingen over het karakter van de film. Maar nadat Paramount hen ervan had weten te overtuigen dat de film niet over het beroven van graven ging, gaven de autoriteiten toestemming. Wel moest een scène waarin vuurwerk zou worden afgestoken uit het script worden geschrapt. Dat zou te veel herinneren aan het gruwelijke Rode-Khmer-verleden.
Na het terreurbewind van Pol Pot, de Vietnamese bezetting en een reeks burgeroorlogen is het nu relatief rustig in het Zuidoost-Aziatische land en kan een begin worden gemaakt met de wederopbouw. Met een hongerende bevolking is de bescherming van het culturele erfgoed niet de eerste prioriteit. De corruptie en wetteloosheid bemoeilijken de bescherming van de monumenten tegen vandalen, dieven en argeloze toeristen.
De Apsara is in Cambodja verantwoordelijk voor de bescherming van de meer dan honderd tempels van Angkor en wordt daarin gesteund door de Unesco. Twee jaar geleden verloor het echter de rechten om entreebewijzen voor Angkor te verkopen. Die vergunning is terechtgekomen bij Sokimex, een oliebedrijf dat banden zou hebben met hooggeplaatste functionarissen. Van de opbrengsten gaat nu zo'n 50 tot 70 procent naar de Apsara.
Jaarlijks komen er naar schatting zo'n 350.000 toeristen naar Angkor. Volgens de Apsara kan het archeologische park maximaal 639.000 bezoekers verwerken zonder dat er schade aan het complex wordt toegebracht. De verwachting is nu al dat binnen tien jaar een miljoen mensen de straten van Angkor zullen bevolken.
Om de tempels te behouden voor de desastreuze gevolgen van deze toeristenstroom worden speciale cursussen gegeven aan het personeel ter plaatse. Ook is door het ministerie van Binnenlandse Zaken een speciaal politiekorps opgericht dat de onschatbare monumenten moet beschermen tegen diefstal en vernielingen.