DEN HAAG - De meeste Nederlanders ontbijten met een bruine boterham met kaas en een kop thee. Vooral doordeweeks is deze combinatie favoriet. Naast kaas wordt een snee bruinbrood dan ook veelvuldig belegd met zoetigheid. Vleeswaren staan op de derde plaats.
Dat blijkt uit een enquête van het marktonderzoeksinstituut Nipo onder bijna 900 landgenoten. Ruim driekwart van hen gaf aan dagelijks een ontbijt te gebruiken. Bijna de helft drinkt daarbij een kop thee. Een kwart kiest voor koffie, melk of vruchtensap.
In het weekend wijkt het ontbijt echter af. Dan kiezen de Nederlanders voor meer luxe broodjes en meer verschillende soorten beleg. Vooral op zondag wordt meer zorg aan de ochtendmaaltijd besteed.
Dan verschijnen de voorgebakken broodjes, croissants en krentenbrood op tafel en worden er naast het gebruikelijke beleg meer eieren en salades gegeten. Ook wordt er op zaterdag en zondag bij het ontbijt meer koffie en vruchtensap gedronken.
Bij het Voedingscentrum in Den Haag wordt positief op de uitkomsten van het onderzoek gereageerd. "Een bruine boterham met kaas als ontbijt is prima. Het is vooral belangrijk dat er 's morgens graanproducten worden gegeten. Zo adviseren wij namelijk om vijf boterhammen per dag te eten. Als mensen niet ontbijten, wat natuurlijk ook kan met muesli of iets dergelijks, halen ze dat vaak niet", aldus Patricia Schutte van het Voedingscentrum.
Een echt ontbijtadvies kan de woordvoerster echter niet geven. "Wij geven alleen een richtlijn voor de dagvoeding. Het is belangrijk dat mensen op een dag een bepaald aantal voedingsstoffen binnenkrijgen. Of je dan 's morgens, 's middags of 's avonds een zuivelproduct, zoals melk, yoghurt of kaas gebruikt, maakt niet zoveel uit."
Schutte benadrukt wel dat ontbijten zeer belangrijk is. "Je lichaam heeft 's morgens nieuwe energie nodig. Als je ontbijt, ben je beter in staat je te concentreren en kun je dus beter presteren. Bovendien zorgt de ochtendmaaltijd ervoor dat de darmwerking op gang wordt gebracht", vertelt de woordvoerster, die overigens aangeeft dat de groep niet-ontbijters groeiende is.