BONN - Nederland en de Europese Unie zetten in Bonn alles op alles om de mislukte Klimaattop in Den Haag te doen vergeten en nu wel succes te boeken.
"Het mag niet aan ons liggen. Europa wil de bijeenkomst tot een succes maken." Dat stelde de Nederlandse delegatieleider, staatssecretaris Benschop (Buitenlandse Zaken), gisteren bij de start van de officiële onderhandelingen tussen de ministers van de 180 deelnemende landen over de aanpak van broeikasgassen.
Volgens de PvdA-bewindsman hebben de Europese landen geleerd van de fouten die eind vorig jaar in Den Haag zijn gemaakt. De EU-vertegenwoordigers zijn daar volgens Benschop veel te laat met de echte onderhandelingen begonnen.
Bovendien rolden Europese landen vechtend over straat over de concessies aan onder meer Amerika. Daardoor ging het klimaatakkoord dat binnen handbereik lag uiteindelijk in rook op.
"We mogen niet in dezelfde fuik lopen", verklaarde Benschop. Hij beloofde dat Europa een actieve rol zal spelen en naar buiten één lijn zal trekken. De onderhandelingen worden alleen gevoerd door de zogenoemde troika: de vorige voorzitter Zweden, de huidige voorzitter België en komende EU-leider Spanje.
De bewindsman is ondanks de moeilijkere politieke situatie na het afhaken van Amerika en de twijfel van Japan voorzichtig positief gestemd. Volgens hem kan de aanstaande G8-topconferentie van de zeven rijkste landen plus Rusland in het Italiaanse Genua een opsteker zijn als in Bonn voor het weekeinde vooruitgang wordt geboekt.
"Er zijn echt tekenen en bewijzen dat er op basis van een voorstel van voorzitter Pronk wordt onderhandeld. Het is de eerste keer dat ik dat zie sinds ik er een jaar geleden bij betrokken ben geraakt", aldus de Nederlandse delegatieleider, die wel erkende dat er tijdens vergaderingen van de Verenigde Naties veel tijd wordt verspild met geneuzel over procedures. Zo zijn ambtenaren uit alle landen de afgelopen dagen bezig geweest om te bepalen wanneer de conferentie een succes mag worden genoemd.
Benschop vindt, net als voorzitter Pronk, dat de Klimaattop geslaagd is als er harde afspraken worden gemaakt op hoofdlijnen over de vier grootste struikelblokken. Het betreft het vergaren van circa 1 miljard dollar voor ontwikkelingslanden om de schadelijke gevolgen van klimaatverandering te compenseren, de vraag in hoeverre rijke landen hun CO2-reductiedoelstellingen mogen afkopen met investeringen in het (arme) buitenland en de vraag in hoeverre bossen als CO2-vreters mogen worden meegerekend. Tot slot moeten er sancties worden vastgesteld voor landen die hun reductietaak niet halen.
Benschop zei wel dat er grenzen zijn aan de bereidwilligheid van Europa om in Bonn een wereldwijd akkoord te sluiten. Zo kan er geen sprake van zijn dat Europa het Amerikaanse deel van circa 250 miljoen dollar voor het ontwikkelingsfonds overneemt. "Wij zijn bereid compromissen te sluiten, maar niet tot elke prijs", aldus de staatssecretaris.