JOHANNESBURG - Honderdduizenden Zuid-Afrikanen, die tijdens de apartheid zijn verjaagd uit hun woongebieden, eisen compensatie. Het liefst willen ze echter hun oorspronkelijke grond terug krijgen.
|
Uitzicht over Kaapstad, waar de grond naar verhouding peperduur is. (Foto: Eigen foto)
|
Grondbezettingen, zoals op grote schaal in Zimbabwe plaatsvinden, worden in Zuid-Afrika niet toegestaan. De ANC-regering heeft een wettige procedure ontworpen voor schadeloosstelling voor gestolen grond.
Dit gaat sommige groepen veel te langzaam. De oorspronkelijke inwoners van de Kaap, de Hottentotten, vinden dat ze recht hebben op grond in en rond Kaapstad. Die streek is volgebouwd en peperduur.
Één van de bekendste toeristenattracties in Kaapstad, de Waterfront, wordt door de afstammelingen van de Hottentotten, tegenwoordig de Khoi-San genaamd, als hun gestolen eigendom beschouwd. Om dat te bewijzen gaan ze terug tot 1652, toen de Nederlander Jan van Riebeeck de Kaap de Goede Hoop voor de VOC in bezit nam.
Khoi-San leider, Calvijn Cornelius: "Daar hebben onze voorouders gewoond tot de blanke man kwam en hen wegjoeg. Volgens het internationale recht kunnen wij daar een vergoeding voor vragen en dat doen we dan ook via de Verenigde Naties."
Meedelen
Cornelius eist dat de gemeenteraad van Kaapstad, eigenaar van veel voormalige Hottentot-grond, plus de verschillende winkels en bedrijven die erop staan, de Khoi-San laten meedelen in de opbrengst. Met terugwerkende kracht kan dat in de miljarden guldens lopen.
Calvijn Cornelius haalt de dagboeken van Jan van Riebeeck erbij om te bewijzen dat zijn voorouders door de Nederlanders zijn verjaagd. Inderdaad schrijft Van Riebeeck over een strafexpeditie tegen de Hottentotten en hun leider Herry de Strandloper. Herry had het er wel naar gemaakt, aldus Van Riebeeck. "Hij is een moordenaar en dief", schrijft hij onomwonden in zijn aantekeningen over 1653.
De Hottentot-leider sprak een beetje Engels en onderhandelde met Van Riebeeck over het ruilen van vee tegen allerhande spullen van de Nederlandse kolonisten. Dat ging goed tot Herry de veehoeder van de Nederlanders, ene David Janszoon, vermoordde en er met het vee vandoor ging. Van Riebeeck verjoeg Herry's stamgenoten en zette Herry vast op Robben-eiland.
Na een paar jaar wist de Hottentot-leider te ontsnappen. Van Riebeeck sloot vrede met hem en Herry mocht de rest van zijn dagen slijten in de buurt van het kasteel in Kaapstad, Van Riebeecks woning. Hiervoor werd bemiddeld door een nicht van Herry, ene Eva, die van jongs af aan als slavin van de Nederlanders op het kasteel had gewoond. Maar voor Calvijn Cornelius is dat niet goed genoeg. Cornelius: "Wij zijn onze oorspronkelijke grond kwijt. Dus eisen wij compensatie." |