BONN - Minister Pronk (Milieu) heeft de wereld gewaarschuwd dat de Klimaatconferentie in Bonn de laatste kans is om het milieu te redden. Voor de Nederlandse bewindsman wordt het als conferentievoorzitter de dood of de gladiolen op de Duitse milieutop over de aanpak van broeikasgassen.
Aan de vooravond van de 'echte' onderhandelingen tussen de ministers uit de 180 deelnemende landen heeft Pronk de lat torenhoog gelegd. "Ik verwacht dat iedereen weet dat dit de laatste kans is. Er moet overeenstemming over de hoofdlijnen van een pakket afspraken komen. Geen deelpakketten, geen uitstel, geen sur place", formuleerde hij zijn doelstellingen tijdens een informele bijeenkomst in zijn werkkamer in het Maritiemhotel.
De komende dagen moeten ministers afspraken maken over bijvoorbeeld een sanctiesysteem voor landen die hun CO2-reductietaak niet halen. Ook de grote vragen in hoeverre bossen als zogenoemde CO2-vreters mogen worden meegerekend, hoeveel geld ontwikkelingslanden voor hun milieuproblemen krijgen en welk deel van de opdracht via investeringen in het buitenland mag worden afgekocht, staan hoog op de agenda.
"Geen enkele politicus kan zondag naar huis gaan met de boodschap aan zijn kiezers dat hier geen vooruitgang is geboekt", aldus Pronk.
President Bush van de Verenigde Staten heeft eerder gezegd dat het Kyoto-akkoord uit 1997, waarin de wereld heeft afgesproken in hoeverre alle industrielanden hun CO2-uitstoot moeten verminderen, wat hem betreft 'dood' is. Volgens Pronk nemen de Amerikaanse onderhandelaars in Bonn een bijzondere positie in omdat zij officieel afzijdig blijven, maar in de praktijk wel degelijk meepraten over onderdelen die hun land raken.
Na de mislukte topconferentie in Den Haag hebben zich de afgelopen maanden steeds meer donkere wolken boven het klimaatverdrag samengepakt. De VS haakte af omdat Bush zijn olie-industrie wil beschermen, waarna ook Japan, met in het kielzog Australië en Nieuw-Zeeland, grote twijfels uitte.
Om het Verdrag van Kyoto te kunnen bekrachtigen moet echter 55% van de geïndustrialiseerde landen, samen goed voor minstens 55% van de mondiale CO2-uitstoot, meedoen. Japan speelt daarom een sleutelrol. Toch hebben gesprekken met tal van landen Pronk de afgelopen dagen "iets positiever" gestemd.