MOSKOU - In de wandelgangen van het IOC-congres in Moskou werd de afgelopen week slechts over één stad gesproken. Peking. Maar zelden gebeurde dat op een positieve toon. Slechts twee uur voor de stemming van de olympische stad in 2008 kreeg de Chinese delegatie gistermiddag het zoveelste spervuur van kritische vragen te verwerken. Ditmaal werden ze niet afgevuurd door media-vertegenwoordigers of woedende demonstranten, maar door verontruste IOC-leden.
De mensenrechtensituatie in China werden door de 118 aanwezige leden van het Internationaal Olympisch Comité niet aan de orde gesteld, daarover was kennelijk al genoeg gezegd en geschreven. Maar tal van andere mogelijke knelpunten kwamen in de congreszaal van het World Trade Center van Moskou wel ter sprake. Variërend van de enorme luchtvervuiling in Peking tot de gebrekkige kennis van de Engelse taal onder de Chinese bevolking. Sommige vertegenwoordigers van de vier andere kandidaat-steden (Osaka, Istanboel, Toronto en Parijs) wreven zich al vergenoegd in de handen, maar tevergeefs. De uiteindelijke overwinning voor Peking was verpletterend. Al in de tweede stemronde werd een absolute meerderheid vastgesteld. Van de 105 stemmen waren er 56 op de Chinese hoofdstad uitgebracht.
De vroegtijdige beslissing kwam als een verrassing voor IOC-lid Hein Verbruggen, die als voorzitter van de evaluatie-commissie de vijf kandidaat-steden had bezocht. "We hadden in ons rapport drie steden (Peking, Toronto en Parijs) immers op hetzelfde niveau geplaatst", aldus Verbruggen. "Maar waarschijnlijk vonden veel IOC-leden toch dat China de Spelen verdiend heeft."
Het zal voor het eerst zijn dat de Spelen worden georganiseerd in het land met 1,3 miljard inwoners (bijna een vijfde van de wereldbevolking). Volgens Anton Geesink heeft dit keer de mensenrechtenkwestie bij de verkiezing juist in het voordeel van Peking, acht jaar geleden ook al kandidaat voor de Spelen van 2000, gewerkt. "Met de toewijzing van de Spelen gaat er ongetwijfeld wat veranderen in China. Dat hebben veel leden zich gerealiseerd", aldus de oud-judoka, die zelf een sterke voorkeur had voor Osaka als olympische plaats van handeling. "Voor de Spelen van 1980 in Moskou bestond er ook een brede maatschappelijke discussie of het evenement daar wel thuishoorde. Maar ik ben ervan overtuigd dat die Spelen bijgedragen hebben aan de vrijheid die de Russische bevolking nog geen tien jaar later in de schoot geworpen kreeg. Nu is het Peking geworden en zal het IOC de komende jaren nadrukkelijk de vinger aan de pols moeten houden, juist als het gaat over mensenrechten."
In tegenstelling tot Geesink heeft Erica Terpstra, in de hoedanigheid van bestuurslid van het Europees Olympisch Comité als toeschouwer aanwezig bij de verkiezing, wel gemengde gevoelens bij de Chinese zege. "Ik ben zeer betrokken bij de mensenrechtensituatie in China en de Chinese overheersing van Tibet. Men heeft de afgelopen maanden zelfs geen begin van een goed gebaar gemaakt, dus hoe hoopvol mogen we zijn? De laatste rapporten van Amnesty International beloofden in ieder geval weinig goeds."
De Chinese delegatie had zich de afgelopen week in Moskou met een brede glimlach aan het IOC én de wereld gepresenteerd. Alles was in het werk gesteld om eventuele bedenkingen bij IOC-leden uit de weg te ruimen en ook de mensenrechten-kwestie werd daarbij niet uit de weg gegaan. Tu Mingde, secretaris van het Chinees Olympisch Comité, erkende gisteravond opnieuw dat er een probleem bestaat. "Dit is een grote sprong voorwaarts. De Spelen zullen bijdragen aan de verbeterde leefomstandigheden van de inwoners van China. Zij zijn de grote winnaars van deze verkiezing."
Behalve winnaars waren er in Moskou vanzelfsprekend ook verliezers. Met name bij de Canadese delegatie was de teleurstelling groot. Toronto gold op voorhand als de belangrijkste concurrent van Peking. Maar waar de Chinese delegatie voortdurend werd geconfronteerd met kritiek op de mensenrechtensituatie, hingen de woorden van de burgemeester van Toronto als een donkere wolk boven de Canadese verkiezingscampagne. "Ik zie mezelf al zitten in een pot met kokend water, terwijl al die inboorlingen om me heen dansen", had Mel Lastman eerder dit jaar voor aanvang van een zakenreis naar Afrika gezegd. Met de gewraakte opmerking haalde hij zich de verontwaardiging op de hals van veel IOC-leden. De weinig diplomatieke zinsnede van Lastman heeft de stad gisteren niet de zege gekost, maar ongetwijfeld wel een aantal stemmen. Niet voor niets vroeg het Senegalese IOC-lid voor de stemming nogmaals om opheldering. De Canadees Dick Pound bekende vervolgens met de opmerking van Lastman in zijn maag gezeten te hebben. "Maar in Canada heeft iedereen fundamenteel respect voor andere mensen en culturen. Lastman heeft een fout gemaakt, maar daarvoor ook schriftelijk zijn excuses aangeboden", stelde Pound.
Voor hem heeft de nederlaag van Toronto mogelijk ook een zonnige kant. Maandag stemmen de leden van het IOC over de opvolging van voorzitter Samaranch. Pound geldt, samen met de Belg Jacques Rogge, als de belangrijkste kanshebber voor de aanstaande vacature. Met een zege van Toronto zou maandag een nieuw Canadees succes (overwinning voor Pound) voor veel IOC-leden misschien iets te veel van het goede zijn geweest, al vermoedt Geesink dat beide zaken los volledig los van elkaar staan. "We moeten de beste voorzitter kiezen, ongeacht waar hij vandaan komt."
Dat laatste zal de delegatie van Peking echter een zorg zijn. Of zoals Tu Mingde stelde: "De komende zeven jaar worden voor ons een groot feest."