AMSTERDAM - Wereldleiders verdrongen zich deze week voor de microfoon om te bezweren dat er licht aan het einde van de economische tunnel is. Maar het tijdstip waarop de groei moet aantrekken wordt steeds vooruitgeschoven. Een ding is pijnlijk duidelijk: Europa is nog niet in staat om de moegestoomde Amerikaanse locomotief af te lossen. Het wachten is weer op Uncle Sam.
"Europa is de teleurstelling van dit jaar", zegt Wim Boonstra, hoofd economisch onderzoek van de Rabobank. "Het is de tweede economie van de wereld, maar simpelweg niet dynamisch genoeg om de rol van de VS over te nemen." Wat op militair gebied geldt, is evenzeer economisch waar: het grote Europa is in feite nog een kleine jongen. Alle peptalk over het eigen kunnen ten spijt.
Natuurlijk staat Europa er een stuk beter voor dan tien jaar geleden, zeggen deskundigen. De invoering van de euro dwong de deelnemende landen bijvoorbeeld de overheidsfinanciën op orde te brengen. Maar waar de Azië-crisis in 1998 vooral door de Amerikaanse centrale bank werd bestreden, is dat beeld anno 2001 opnieuw waar.
Waar schiet Europa tekort? Economen zien vooral een gebrek aan flexibiliteit. Er is te veel Europese wetgeving die aandeelhouders ten opzichte van Angelsaksische beleggers op achterstand zet, en er zijn te veel regels die de arbeidsmarkt binden. Of het nu om de openingstijden van winkels of het ontslagrecht voor personeel gaat ieder EU-lid kent zijn eigen gewoonten en gebruiken.
Mede daardoor lopen de prestaties tussen de lidstaten van de Europese Unie sterk uiteen. Zwaargewichten als Duitsland, Frankrijk en Italië hebben nog een lange weg te gaan. Nederland voerde al in de jaren tachtig al hervormingen door, en doet het mede daarom al jaren beter dan het Europese gemiddelde.
Wim Duisenberg, president van de Europese Centrale Bank, benadrukt keer op keer dat de handel binnen de EU dermate groot is, dat de invloed van de rest van de wereldeconomie veel minder groot is dan wordt aangenomen. Mis, meent Henk Jager, hoogleraar internationale economie aan de Universiteit van Amsterdam. "Als in de VS de economie langere tijd afzwakt, dan staat Europa een forse aderlating te wachten. Daar heeft de Europese integratie weinig aan veranderd."
Om te beginnen zijn Azië en Zuid-Amerika, waar Argentinië vecht tegen een nieuwe schuldencrisis, sterk afhankelijk van de VS. Tegenvallers in de VS kunnen Europa dus zowel via de voordeur (de Europees-Amerikaanse handel) als via de achterdeur (de rest van de wereld) bereiken.
Los van deze handelsstromen hebben Europese ondernemingen de afgelopen jaren enorme belangen in de VS opgebouwd. Want wie wilde niet meeprofiteren van het Amerikaanse economische groeiwonder, waar het in grote delen van Europa nooit van leek te gaan komen. Slecht nieuws voor Amerikaanse bedrijven betekent nu echter in veel gevallen ook slecht nieuws voor aangehaakte Europese concurrenten.
Winstwaarschuwingen vreten beurskoersen aan, en bij dalende koersen voelen consumenten zich minder rijk. "Dat heeft weer een duidelijke invloed op de bestedingen, waardoor bedrijven op hun beurt minder gaan investeren", doceert Sylvester Eijffinger, hoogleraar Europese financiële economie aan de Katholieke Universiteit Brabant.
Geloof in de economie en de economie zèlf zijn dus nauw met elkaar verbonden. De data over het vertrouwen van consumenten en producenten zijn daarbij cruciale wegwijzers, aldus Eijffinger. "Het vervelende is alleen dat we daar juist zo weinig van weten. Het is de zwarte doos van de economie."
Economie is psychologie, zo luidt het cliché. Waar, maar slechts binnen zekere grenzen. Zo is het onmogelijk om langdurig 'boven je stand' te leven hoe optimistisch iemand ook is. En dat is precies de achilleshiel van de VS, waar de import al vele jaren de export overtreft. "Het tekort op de Amerikaanse handelsbalans zal zich uiteindelijk wreken in een lagere dollar", stelt Boonstra. "Die is nu behoorlijk overgewaardeerd. Maar dat roep ik ook al twee jaar."
Een crash van de 'greenback' zou een waaier aan gevolgen met zich meebrengen. Amerikanen moeten noodgedwongen de broekriem aanhalen zodra ze fors meer gaan betalen voor hun importen. Europese bedrijven verdienen minder aan hun Amerikaanse belangen en zien hun nationale concurrentiepositie verslechteren. Het wereldwijde investeringsklimaat zou worden getroffen door een grote mate van onzekerheid.
De hoop is derhalve gevestigd op een bescheidener voortzetting van het 'Amerikaanse wonder', compleet met een geleidelijk herstel van de eurokoers ten opzichte van de dollar. Dan moet alles wel meezitten. Jager gelooft vooral in de veerkracht van de Amerikaanse economie, zeker na zes renteverlagingen. "We zullen wel weer worden meegezogen."