BRUSSEL - Ondanks de komst van de euro waren Nederlandse consumenten vorig jaar bijna 15 procent meer kwijt als ze geld overmaakten naar het buitenland. Voor een transfer van 100 euro (220 gulden) stegen de gemiddelde kosten van 10 naar 11,45 euro (ruim 25 gulden), zo blijkt uit cijfers die de Europese Commissie gisteren heeft gepresenteerd.
|
Internationaal betalen. (Foto: ANP)
|
Brussel concludeert dat de Europese banken hun klanten nog steeds veel te veel laten betalen voor het overmaken van geld naar een ander land. Eurocommissaris Bolkestein (Interne Markt) kondigde eerder deze week daarom wettelijke maatregelen aan om de banken te dwingen hun tarieven te verlagen. Hij wil dat binnenlandse en buitenlandse geldtransacties even duur worden.
Nederland is wel goedkoper dan het Europees gemiddelde, dat op 17,36 euro ligt voor een transactie van 100 euro. In België, Duitsland en Finland zijn de kosten gedaald, maar in andere eurolanden gingen ze net zoals in Nederland omhoog. In Oostenrijk was de consument zelfs 64 procent meer kwijt; omgerekend 38 gulden om 220 gulden de grens over te krijgen.
Verder zitten er grote verschillen tussen de banken onderling. Zo berekent het Franse Crédit Agricole 12,28 euro voor een overboeking naar ABN Amro, terwijl ABN Amro andersom maar 6,81 euro vraagt; een verschil van bijna 45 procent.