AMSTERDAM - Het Nederlandse bankwezen is "onaangenaam verrast" door de harde lijn die eurocommissaris Bolkestein heeft ingezet om de kosten van pinnen in het buitenland naar beneden te krijgen. Al per begin volgend jaar mag er geen verschil meer zijn tussen binnenlandse en internationale transacties, zo bepleit de liberaal.
"Wij vragen ons af wat de juridische basis hiervan is", aldus Jan Schoemaker, adjunct-directeur van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). "Dit is eigenlijk gewoon een prijsingreep. Het gaat ook voorbij aan alle stappen die de Nederlandse banken al hebben genomen om betalen in het buitenland goedkoper te maken. We hebben de indruk dat Bolkestein onder druk van het europarlement kort door de bocht gaat."
De banken zijn het wel eens over de richting die Bolkestein kiest, benadrukt Schoemaker. "Maar het kan helaas niet in het tempo dat nu wordt voorgesteld. Dat is niet realistisch. Het kan niet morgen, en het kan niet gratis. Banken zijn concurrerende ondernemingen. Verlieslatende tarieven zullen altijd weer elders moeten worden terugverdiend."
De Nederlandse banken vrezen extra de dupe te worden van de inzet van Bolkestein, omdat ze qua binnenlands betalingsverkeer naar eigen zeggen tot de goedkoopste in Europa behoren en dus het meest op buitenlandse transacties zouden moeten inleveren. "Een Nederlander is per betaalrekening jaarlijks niet meer dan EUR6,8 kwijt", aldus Schoemaker. "Alleen de Britten zijn goedkoper. En ook wat betreft buitenlandse overboekingen staan we op de tweede plaats: het overmaken van EUR100 kost EUR10. In een land als Portugal is het drie keer zo duur."
Bij grensoverschrijdend verkeer lopen de Nederlandse instellingen tegen "veel inefficiëntere" buitenlandse systemen aan, aldus Schoemaker. "Dat los je niet zomaar op. Overigens is het aantal buitenlandse betalingen niet meer dan 0,25% van het aantal binnenlandse transacties."