AMSTERDAM - In de pronkkast achter de directietafel vormen een legerdrinkbeker, een metalen kruik en een gasmaskerfilter een curieus industrieel servies. "Allemaal mislukkingen", zegt Van der Leegte, terwijl hij de beker in z'n handen neemt. "83.000 stuks hebben we hiervan gemaakt. Het was geen succes. Waarom ik juist deze producten hier uitstal? Ik vind het leuk daar zo nu en dan nog eens naar te kijken."
Een man van misstappen is Van der Leegte (53) bepaald niet. In 35 jaar bouwde de ondernemer een kwakkelend metaalbedrijf uit tot een internationaal concern. Van bussen tot zonnebanken, van kippenvoerlijnen tot warmtewisselaars, VDL maakt het allemaal. Hfl.1,2 miljard telt de omzet van het Eindhovense bedrijf nu, dat met 45 werkmaatschappijen actief is in zeven landen. Een indrukwekkend imperium, al kijkt Van der Leegte wat bedenkelijk bij dat woord. "Imperium klinkt zo groot. Maar ik ben er best trots op."
Het begon allemaal in 1966. Dat jaar stapte de 19-jarige hts'er Wim het bedrijf van zijn vader binnen, als stagiair. "Ik zou er drie maanden gaan werken. Mijn vader raakte echter overspannen, waardoor ik meteen aan de leiding kwam te staan." Metaalindustrie P. van der Leegte stond er erbarmelijk voor. De in 1953 opgerichte fabriek voor metalen huishoudelijke producten kende een omzet van amper Hfl.800.000 en schreef rode cijfers.
De jonge Wim stroopte de mouwen op voor wat een zwaarbevochten overwinning zou worden. Pas na vijf jaar zwoegen werd een bescheiden winst behaald, nog eens acht jaar later stond de onderneming stevig op de rails. "Ik heb die dertien jaar echt nodig gehad om te begrijpen hoe een bedrijf werkt", blikt Van der Leegte terug. Hij leerde in die periode twee belangrijke lessen: wees goed voor je mensen en zuinig op je geld.
In '79 werd de ondernemer geconfronteerd met een heel ander probleem: de keerzijde van het eigen succes. "Ik begon de stress te missen - er was intern een opvolger en de onderneming liep als een trein. Daarom ben ik bedrijven gaan overnemen, om dat gevoel terug te krijgen." Het liefst koopt Van der Leegte slecht draaiende ondernemingen: die bieden de meeste stress. "En de verdiensten zijn er het grootst", voegt hij er eerlijkheidshalve aan toe.
Zijn eerste aankoop was een vijftig-procentsbelang in het bedrijf van zijn broer. In de daarop volgende twintig jaar volgde een hele reeks overnames. Aanvankelijk bedrijfjes met een omzet van 2 à 3 miljoen, maar inmiddels doet Van der Leegte onder de Hfl.50 miljoen geen zaken. "Het is een verslaving geworden, waarbij je de lat steeds hoger legt. Bovendien, een paar miljoen zie je in onze omzet niet meer terug."
Naar een acquisitie hoeft de zakenman nooit op zoek. "Ik ben er m'n hele leven tegen aangelopen." Zoals Daf Bus, dat Van der Leegte in 1993 uit de failliete boedel van de gelijknamige vrachtwagenfabrikant haalde. "Daf Bus was een heel grote klant. Toen dat kapot ging, dreigde ik ook diep in de eigen organisatie te moeten gaan snijden. Ik heb daarom met een paar partners besloten de busdivisie over te nemen."
Zijn nieuwste verovering moet het beursfonds Weweler worden, de autoverenfabrikant uit Apeldoorn met een omzet van circa Hfl.130 miljoen. Het is Van der Leegte's eerste acquisitie van een beursgenoteerd bedrijf. En wat hem betreft voorlopig ook de laatste. "Het valt mij op dat er bij zo'n beursfonds een hoop dingen gebeuren die overbodig zijn, zoals een boekenonderzoek of een biedingsbericht. Dat kost allemaal klauwen met geld."
Een andere beursgenoteerde toeleverancier in de automotive-sector, Polynorm, heeft de topman dus niet in het vizier. Maar daar speelt nog iets anders. "Polynorm is duidelijk de diepte in gegaan voor de auto-industrie. Ik vind dat gevaarlijk. Het is tegen mijn principes." Van der Leegte is namelijk een groot voorstander van het conglomeraat. "Ik hou van die breedte, ik wil onafhankelijk zijn. Daarom zit ik ook in zoveel verschillende treinen. Als de ene wat langzamer rijdt, zit ik altijd nog in tig anderen."
Dat een conglomeraat in beurskringen welhaast verafschuwd wordt, laat de zakenman koud; VDL zal toch niet naar de beurs gaan. "Ik heb daar geen behoefte aan. Ik wil niet cashen en al die regeltjes passen niet in mijn bedrijfsvoering. Ik ben open, als er mededelingen zijn, hang ik ze gewoon aan het prikbord. Dat wil ik zo houden." Bovendien voelt de enig aandeelhouder van VDL er niet voor om te moeten gaan plannen. "Een vijfjarenplan vind ik écht niet interessant, dat komt toch nooit uit. Ik kijk een maand of zes vooruit."
De enige uitzondering die hij daarop maakt, lijkt zijn eigen toekomst bij VDL te betreffen. "In november 2006 ben ik veertig jaar in dienst, dan is het mooi geweest. Niet dat ik dan helemaal afscheid neem, maar de dagelijkse leiding draag ik over." Aan wie, weet de vader van drie kinderen nog niet. Zijn oudste zoon en dochter zijn inmiddels al directeur bij een dochterbedrijf, maar of zij straks de zware functie van president-directeur aankunnen, moet volgens Van der Leegte nog blijken.
Voorlopig staat hijzelf dus nog aan het roer. "Ik zit nu vijfendertig jaar in het metaal en de metaalproducten. Ik vind het leuk, heb er verstand van en kan er ook nog geld mee verdienen. Maar als mijn vader timmerman was geweest, had ik nu waarschijnlijk iets in het hout gedaan. Uiteindelijk heb ik namelijk maar één strategie: winst maken."