WOERDEN - Na een langdurig ziekbed is Arie van Vliet overleden. De zoon van oud-coureur Gerrit van Vliet met als bijnaam 'de professor' ontwikkelde zich voor en na de oorlog tot één van de beste pistiers uit de wielergeschiedenis. In 1934 debuteerde Van Vliet op de piste. Drie jaar later was hij lid van de wereldtop. Bij de sprinters veroverde hij in 1936 de regenboogtrui en olympisch goud (1 kilometer) op de Spelen van Berlijn. Een jaar later werd hij prof.
Destijds was de man met de lange sprint en de brute tempoversnellingen de snelste ter wereld. Door de tweede wereldoorlog werd zijn loopbaan onderbroken. In 1955 stond Van Vliet opnieuw in de mondiale schijnwerpers toen hij de 200 meter in elf seconden afraffelde. Als sprinter werd hij drie maal wereldkampioen. Met generatiegenoot Jan Derksen vocht de oersterke pistier heroïsche duels uit. Op de sprint legde hij dertien keer beslag op de nationale titel en werd hij twee keer landskampioen op de 50 kilometer. In zijn rijke profcarrière ('37-'57) reed Arie van Vliet ook nog eens 36 Zesdaagsen. Hij was al 41 jaar toen hij in 1957 zijn indrukwekkende carrière afsloot.
De afgelopen jaren kwakkelde de Noord-Hollandse vedette met zijn gezondheid en belandde hij in een verzorgingstehuis, waar hij gisteren overleed. Arie van Vliet werd 85 jaar.