DEN HAAG - Het kabinet gaat het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen onaantrekkelijker maken door het heffen van een toeslag vanaf 2003. De hoogte van de heffing wordt later dit jaar bepaald. De opbrengst van de toeslag wordt waarschijnlijk gedeeltelijk gebruikt voor de ontwikkeling van milieuvriendelijker alternatieven om onkruid, ongedierte en plantenziekten te bestrijden, zoals de Tweede Kamer eerder had gevraagd.
De heffing stuit op bezwaren van de VVD en de landbouwsector. VVD-Kamerlid Geluk voorziet oneerlijke internationale concurrentie als de maatregel niet in andere EU-landen gaat gelden. Hij vreest dat consumenten de Nederlandse producten door de hogere prijzen in de schappen zullen laten liggen.
Het Productschap Tuinbouw stelt dat de toeslag tot meer illegaal gedrag leidt. In omringende landen zijn meer middelen toegestaan en bovendien goedkoper. LTO-Nederland meent dat de heffing een belastingmaatregel is; tuinders zullen hierdoor nauwelijks op biologische alternatieven overstappen.
Staatssecretaris Faber (Landbouw) bepleit in haar gisteren gepresenteerde nota 'Zicht op gezonde teelt' dat agrariërs steeds minder chemische middelen gebruiken. Doel is dat boeren en tuinders de stoffen alleen nog gebruiken als andere bestrijdingsmethoden zijn uitgeput.
Faber wil certificaten invoeren waarmee bedrijven kunnen aantonen dat zij milieuvriendelijk werken. Dat systeem moet leiden tot een milieuwinst van 95% in 2010 ten opzichte van 1998. In 2005 moet minstens 90% van de bedrijven met plantaardige producten vrijwillig een certificaat hebben behaald. Als dat niet lukt, geldt per 2005 een verbod op chemische middelen voor niet-gecertificeerde bedrijven. In de tussentijd zal de overheid het aantal beschikbare middelen steeds verder beperken.