HAARLEM - De nieuwe Nederlandse luchtvaartmaatschappij Dutchbird mag deze zomer niet meer 's nachts vliegen. Dat heeft de president van de rechtbank in Haarlem gisteren bepaald. Luchthaven Schiphol had hiertoe vorige week een kort geding aangespannen tegen Dutchbird.
De uitspraak is een tegenslag voor nieuwkomer Dutchbird. Directeur J. Heppener van Dutchbird reageerde gelaten op de uitspraak van de rechter. Schiphol eiste vorige week voor de rechtbankpresident dat Dutchbird onmiddellijk zou stoppen met het overtreden van de nachtelijke vliegregels.
Luchtvaartmaatschappijen krijgen voor het vliegseizoen, dat is verdeeld in een zomer- en een winterseizoen, te horen hoeveel nachtslots zij krijgen. Dat is het aantal keren dat de maatschappij tussen elf uur 's avonds en zes uur 's ochtends mag landen.
In het geval van Dutchbird waren dat er 31. Al halverwege het seizoen had de chartermaatschappij dat aantal ruimschoots overschreden. Reden voor luchthaven Schiphol om in actie te komen. De luchthaven was beducht dat de grenzen aan de geluidsnormen overschreden zouden worden.
Elf boetes van 1200 (het maximum) maakten op Dutchbird geen indruk. Nu heeft de rechter bepaald dat het afgelopen moet zijn. Wanneer Dutchbird nu toch nog binnen 'de grenzen van de nacht' landt, kost ze dat per overtreding 25.000, met een maximum van 1 miljoen. Dutchbird legt zich neer bij dit vonnis.
Gisteren diende ook het kort geding dat Dutchbird zelf heeft aangespannen tegen concurrent Transavia. Dutchbird hoopt via de rechter de hand te leggen op 85 nachtslots van Transavia. Dutchbird meent recht te hebben op deze slots omdat ze deel zouden uitmaken van de 'erfenis' van Air Holland. Toen deze maatschappij ophield met vliegen, werden deze slots herverdeeld.
Dutchbird stelt dat zij nu een deel van de passagiers van Air Holland vervoert en dus recht heeft op de slots. Verder vindt Dutchbird dat het nieuwkomers op de (charter)markt te moeilijk wordt gemaakt. Gevestigde maatschappijen hebben hun slots 'verdiend', nieuwkomers krijgen deze start- en landingsrechten in het begin maar mondjesmaat.
Volgens de slotcoördinator van Schiphol, C. den Braven, de enige persoon die slots kan uitgeven, heeft het kort geding geen zin. ,,Slots zijn niet overdraagbaar, dus deze rechtszaak is voor niets'', zegt Den Braven. Luchtvaartmaatschappijen kunnen slechts gebruik maken van elkaars slots, wanneer ze op commerciële basis nauw met elkaar samenwerken. De kans dat dit gebeurt tussen Dutchbird en Transavia lijkt, zeker na gisteren, klein.
De uitspraak in dit kort geding is bepaald op 24 juli.