AMSTERDAM - De anti-stalkingswet, die een jaar geleden werd ingevoerd, heeft tot nu toe dertien gevangenisstraffen en één psychiatrische behandeling opgeleverd. In een jaar tijd dienden er 119 strafzaken tegen mensen die een ander persoon hinderlijk volgden. De dagvaardingen kwamen voort uit 162 processen-verbaal die de politie had doorgestuurd naar justitie.
Aangezien een aantal zaken nog onder de rechter is, kan het openbaar ministerie (OM) nog niet zeggen of de wet een succes is. "Dit is een momentopname. Pas later kunnen we een oordeel vellen", aldus een woordvoerster van het college van procureurs-generaal in Den Haag.
Voor het OM is het vaak een heksentoer om een zaak tegen een stalker meestal mannen die hun ex-geliefde lastigvallen rond te krijgen. Vooral het feit dat stalkers in de regel toeslaan als er geen getuigen in de buurt zijn, maakt de bewijsvoering complex. De maximumstraf is drie jaar cel.
Tot een jaar geleden konden slachtoffers zich alleen tot de burgerrechter wenden. Die kan niet veel meer doen dan een straat- of contactverbod opleggen. De Tweede-Kamerleden Boris Dittrich (D66), Willie Swildens (PvdA) en Otto Vos (VVD) dienden in 1997 het wetsvoorstel in, nadat eerder de Stichting Anti Stalking (SAS) de Kamer een zwartboek had aangeboden. Met name Dittrich, zelf ooit slachtoffer van een stalker, pleitte ervoor stalking als misdrijf aan te merken.