AMSTERDAM - Precies een jaar geleden liep Som op Papendal in zijn eentje én in de stromende regen een tijd van 1,45,73. Later dat seizoen verbeterde hij zijn persoonlijk record tijdens de Grand Prix in Zürich uiteindelijk tot 1.44,01, waarmee hij de gedeelde tweede plaats (achter Rob Druppers, samen met Marko Koers) op de eeuwige Nederlandse ranglijst inneemt. Zo snel was hij dit jaar nog niet, maar gisteravond dook Som wel voor het eerst onder de 1.46. Het is volgens Hoedt een teken dat, kort voor de EK voor neo-senioren (tot 23 jaar) in Amsterdam, de vorm er aan zit te komen. "We hebben het voorseizoen veel geïnvesteerd in training. Nu is een periode van relatieve rust aangebroken. Daar komt Bram doorgaans goed uit tevoorschijn."
Toch had Som liever gisteren zijn ticket voor de WK (slechts vier Nederlandse atleten zijn zeker van deelname) veilig gesteld. Veel kansen om te voldoen aan de richttijd zijn er immers niet meer. Hij loopt komende weekeinde de NK in Apeldoorn en een week later de EK-jeugd. In beide gevallen geldt hij als een belangrijke kanshebber voor goud, maar dergelijke toernooien zijn doorgaans niet geschikt om op jacht te gaan naar een snelle tijd. Hoedt ziet zijn pupil graag aan de start verschijnen van de Grand Prix in Monaco (19 juli) en eventueel twee dagen later bij een wedstrijd in Londen, maar vast staat dat het kort dag wordt. "Mijn eindsprint liep super, dus daar kan ik tevreden over zijn", stelde Som. Minder te spreken was hij over het verloop van de race. De haas (Stefan Beumer) haakte eerder dan gepland af met een blessure, waardoor de doorkomst op 600 meter in 1.18 twee seconden langzamer was dan verwacht. Bovendien werd hem tot twee keer toe de pas afgesneden. "De haas heeft door omstandigheden zijn werk niet goed gedaan. Dit had een race kunnen zijn om 1,44 te lopen. Gelukkig weet ik wel dat de vorm er is."
De atletiekunie werkt sinds enige jaren met richtprestaties. Behalve persoonlijke trainer van Bram Som is Honoré Hoedt sinds begin dit jaar ook in dienst van de KNAU, als bondscoördinator voor de midden- en lange afstand. De dubbelfunctie brengt het gevaar van belangenverstrengeling met zich mee. Hoedt hield zich na afloop van de 800 meter daarom ook op de vlakte toen hem gevraagd werd of Som (21) niet nu al aangewezen moet worden voor de WK. "Ik baal ervan als Bram een bespreekgeval blijft. Het beste voor Bram is gewoon op de EK in Amsterdam goud winnen en daarna ergens in de 1,44 lopen. Dan is er niets aan de hand."
Naast Som waren er meer atleten die hoopten op een prestatie die hen naar Edmonton zou loodsen. Laurens Looije won het polsstokhoogspringen met een hoogte van 5,60 meter, maar faalde drie keer op 5,75 (de richtprestatie). Kogelstootster Lieja Koeman heeft op basis van haar 'prestatiepaspoort' van de KNAU al de toezegging gekregen dat ze naar de WK mag. Op Papendal toonde ze dat het vertrouwen van bondszijde terecht is. Met 18,33 meter leverde ze haar beste prestatie van dit seizoen. Behalve de limietpogingen was de onverwacht snelle rentree van Rutger Smith opvallend. De 19-jarige discuswerper/kogelstoter, vorig jaar nog wereldkampioen kogelstoten bij de junioren, scheurde in maart tijdens een trainingskamp in de VS zijn borstspier af. Normaliter staat voor een dergelijke zware blessure een revalidatie van zo'n acht maanden. Smith eindigde gisteren als tweede, met een afstand van 54,82 meter. "Het is een begin. Ik ben nog lang niet op mijn oude niveau" aldus Smith, die voor zijn blessure volgens eigen zeggen al 63 meter gooide tijdens de trainingen. "Volgend seizoen sta ik er weer."