DEN HAAG - De Nederlandse handel met snelgroeiende opkomende markten in met name Azië en Midden-Europa is vorig jaar spectaculair gestegen van 35 tot 45 miljard gulden ofwel een groei van 29%.

|
GERRIT YBEMA (Foto: Dijkstra bv)
|
Dat blijkt uit het rapport 'Opkomende markten' over de Nederlandse handel met 25 veelbelovende landen, die een snelle economische groei doormaken, dat door staatssecretaris Ybema (Economische Zaken) naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Uit het overzicht van Ybema blijkt dat de handel met de nieuwe markten vorig jaar veel sterker is gestegen dan de totale export van Nederland. Het aandeel steeg daardoor van 8,4 naar 9% van de totale buitenlandse handel, die vorig jaar op een record van 505 miljard gulden uitkwam.
Vooral de export naar de opkomende markten van elektronenbuizen, transistors, computers en fotografische apparatuur heeft de afgelopen jaren een sterke groei doorgemaakt.
Ook de invoer vanuit de nieuwe markten steeg veel sneller en nam in 2000 met maar liefst 40% toe tot 87 miljard gulden, terwijl de totale buitenlandse import vorig jaar met 'slechts' 19% toenam.
Van alle opkomende markten was Polen vorig jaar de belangrijkste afzetmarkt voor het Nederlandse bedrijfsleven, met een totale export van 5,5 miljard gulden ofwel een toename van 24%. Vooral computers en computeronderdelen zijn in het land erg in trek, waardoor het land inmiddels is opgeklommen tot de twaalfde handelspartner overall van Nederland.
Taiwan, dat vooral veel elektronenbuizen, transistors en fotografische apparatuur importeert, volgt met 5,1 miljard gulden als nummer twee, terwijl Turkije met 4,3 miljard gulden het derde 'opkomende' exportland is.
De sterkste procentuele groei van de Nederlandse export deed zich daarentegen voor in Maleisië, waar de handel vorig jaar door de achter de rug zijnde Azië-crisis met bijna 60% toenam tot ruim één miljard gulden. Ook hier staat Taiwan (+54%) tweede, terwijl ook in Hongarije (+44%) sprake was van een sterke toename van de export.
In tegenstelling tot de directe handel zijn de directe investeringen van het Nederlandse bedrijfsleven vorig jaar flink gedaald van 18 miljard tot 12,5 miljard gulden. Volgens Ybema is dit vooral veroorzaakt door een forse terugval van de Nederlandse investeringen in Latijns-Amerika, nadat hier in 1998 en 1999 records werden geboekt.
Zo werd in 1998 nog voor bijna 10 miljard gulden in Latijns-Amerika geïnvesteerd en was dit in 2000 nog slechts 577 miljoen gulden. In Brazilië, Chili, Peru en Colombia was vorig jaar zelfs sprake van desinvesteringen, die het totaalcijfer negatief beïnvloedden.
Ook in Azië daalden de investeringen, maar met name in Midden- en Oost-Europa deden Nederlandse investeerders juist goede zaken. Zo voert Polen de lijst aan met 2,2 miljard gulden aan Nederlandse investeringen in 2000 en komen ook Tsjechië, Hongarije en Rusland in de top-10 voor.
De komende jaren wordt vooral op een sterke groei van de investeringen in China gerekend. In 2000 was dit slechts een schamele 6 miljoen, maar Shell gaat de komende vijf jaar voor 12,2 miljard gulden investeren in kolenvergassers en een ethyleenkraker.
Staatssecretaris Ybema bekijkt elk jaar opnieuw welke landen moeten worden beschouwd als opkomende markt en heeft daarvoor een aantal criteria ontworpen, waardoor duidelijk wordt in welke landen voor het Nederlandse bedrijfsleven de beste kansen lonken.
Op basis van het totale nationale inkomen, het inkomen per hoofd, de hoogte van de economische groei en het aandeel in de wereldhandel, zijn uiteindelijk 25 landen geselecteerd. Egypte en Saoedi-Arabië zijn dit jaar de nieuwkomers, terwijl Nigeria is afgevallen omdat het bruto nationaal inkomen en het aandeel in de wereldhandel zijn weggezakt.
De opkomende landen die volgens Ybema voor de Nederlandse handel als 'zeer belangrijk' moeten worden bestempeld, zijn achtereenvolgens: Argentinië, Brazilië, Chili, China, Egypte, Hongarije, India, Indonesië, Israël, Maleisië, Mexico, Polen, Rusland, Saoedi-Arabië, Taiwan, Thailand, Tsjechië, Turkije, Zuid-Afrika en Zuid-Korea. Het vijftal Colombia, Filippijnen, Peru, Venezuela en de Verenigde Arabische Emiraten, heeft de status 'belangrijk'.
Landen die nog niet aan de criteria voldoen maar die door Ybema wel al nauwlettend in de gaten worden gehouden, zijn vooral Bulgarije, Oekraïne, Roemenië, Slovenië en Slowakije.