DEN HAAG - Drie nederlagen, even zovele gelijke spelen en één overwinning. "Cijfers liegen niet", verzuchtte Joost Bellaart gisteren toen de eerste reeks wedstrijden van het Nederlands hockeyelftal onder zijn leiding ter sprake kwam. En dus velde de opvolger van Maurits Hendriks kort voor het zomerreces maar zelf een oordeel over het spel van Oranje in het algemeen en de uiterst povere testserie tegen Pakistan in het bijzonder. Op het gelijkspel van donderdag (2-2) volgden zaterdag een pijnlijke 3-0 nederlaag en gisteren opnieuw een 2-2 puntendeling. En aangezien een ploeg volgens de ongeschreven wetten van de sport zo sterk is als in de laatste wedstrijd, klonken er sombere geluiden op het lommerrijke complex van Klein Zwitserland. "Dit was een zware bevalling. We zijn hard met onze neus op de feiten gedrukt."
Bellaart mag met zijn vondst om Teun de Nooijer centraal op het middenveld te posteren vlak achter spits Marten Eikelboom en Jeroen Delmee naar de achterhoede verhuizen zijn tactisch ei dan hebben gelegd, uitgebroed is het nog allerminst. Niet alleen het gapende gat op het middenveld, ook de druk die door het ontbreken van een solide middenlinie op de achterhoede wordt opgevoerd zorgen vaak voor onoverkomelijke problemen. Tel daarbij op de haperende strafcorner tot aan de Olympische Spelen van Sydney hèt wapen van het Nederlands elftal en de verklaring voor de uiterst povere reeks is gevonden.
Toch gelooft Bellaart heilig in zijn strategie. "We hebben in potentie de beste aanval ter wereld, alleen wordt er voorin niet gebracht wat ik er van verwacht. Tijdens de evaluatie ga ik uitgebreid met De Nooijer en Delmee bespreken hoe we hiermee verder gaan. Wellicht moeten we daarnaast een variant bedenken met een meer behoudende verdediging."
De verliespartijen tegen Duitsland (3-2, 4-2) en Pakistan (3-0), de remises tegen diezelfde Pakistani (1-1, 2-2, 2-2) en de zege op Zuid-Korea (6-3) lieten zich door Bellaart verklaren. De post-olympische vermoeienissen; het afscheid van de vier steunpilaren Ronald Jansen, Wouter van Pelt, Stefan Veen en Jacques Brinkman en de daaruit voortvloeiende tactische omzettingen; de overvolle competitiekalender die centrale trainingen in de weg stond en hem dwongen tot een (ongewenste) serie wedstrijden tegen Pakistan aan het einde van een lang seizoen; de blessures van strafcornerspecialisten Bram Lomans en Taeke Taekema excuses wilde de bondscoach niet aanvoeren, verzachtende omstandigheden waren er volgens hem des te meer.
"De enige manier om hier bovenop te komen is trainen, trainen en nog eens trainen", klonk het. "Het is tot op heden allemaal een beetje werken in de marge geweest. Vanmorgen hebben we bijvoorbeeld nog een uur op strafcorners getraind. Kun je nagaan." De misère rond de korte hoekslag is in de optiek van de oefenmeester illustratief. Nederland kreeg er zaterdag twaalf, zondag tien en slaagde daaruit gisteren slechts twee maal (een tip-in van De Nooijer uit een inzet van Bram Lomans en een sleeppush van Taekema) te scoren. "Het is een duidelijke constatering dat de topvorm er niet is, anders benut je dergelijke dode spelmomenten wel. We keken uit naar deze testserie tegen Pakistan, maar die drie wedstrijden hebben ons gesloopt."
Dat laatste was mede het gevolg van een verkeerde inschatting van Bellaarts kant. De internationaal alles behalve gelouterde bondscoach had zich lelijk verkeken op de speelwijze van de Aziaten, die vorige week nog met 2-1 van België verloren.
"Normaal spelen ze met vijf man achter en vijf man voor, nu stonden ze voortdurend met zeven man achter de bal. Voor mij was dat totaal nieuw, daardoor hebben we er niet goed op geanticipeerd. Donderdag waren we te arrogant, zaterdag te naïef. Vandaag was onze beste wedstrijd. Gelukkig maar, want zo hebben we het gezichtsverlies nog enigszins kunnen beperken."
Ook Bellaart restte weinig dan te constateren dat de olympisch kampioen in negen maanden tijd is verworden van trendsetter tot meeloper. "Ten opzichte van de rest van de wereld hebben we een fikse achterstand opgelopen."