De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
ma 2 juli 2001  
---
De krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Jaaroverzicht 
---
Telegraaf-i
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
---
Kopen 
 Speurders 
Veilinghal 
ElCheapo 
Siteshopper 
---
Met Elkaar 
Chatweb 
Vertel 
Cybercard 
Netmail 
---
Mijn leven 
AstroLink 
De Psycholoog 
---
Contact 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Jaarverslagenservice 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B I N N E N L A N D 
 
  Innerlijk nog een vent van twintig!

door JAN-KEES EMMER en JOHAN OLDE KALTER

   
 

SOESTDIJK - Prins Bernhard vierde vrijdag jl. zijn negentigste verjaardag. Terugkijken wil de prins, die bijna de gehele vorige eeuw heeft meegemaakt echter niet. Daarvoor zit hij nog te vol met plannen. Vandaag in deel twee van het gesprek met de prins ter gelegenheid van zijn verjaardag het eerste deel publiceerden wij gisteren kijkt hij vooruit naar het aanstaande huwelijk van zijn oudste kleinzoon met Máxima Zorreguieta.

Namen noemen van goede vrienden doet prins Bernhard met tegenzin. "Ik heb daarover nagedacht, wat namen neergeschreven en gedacht die en die zéker. Maar toen heb ik me bedacht, want als ik hier namen noem dan is er zomaar iemand die ik lang niet gezien heb en die er niet bij staat. Die vraagt zich dan af of ik hem vergeten ben. Dat wil ik niet. Kijk, de bedoeling van dit interview is niet om iemand pijn te doen, maar hoogstens dat mensen die het zelf weten het plezier geven te lezen dat onze vriendschap echt is."

De prins gaat er nog eens goed voor zitten in de Leuvenzaal van Paleis Soestdijk. Het onderwerp vriendschap spreekt hem duidelijk aan. Een lakei komt nog wat inschenken en de tijd wordt vergeten.

De terughoudendheid bij het noemen van namen laat prins Bernhard varen daar waar het gaat om mensen die al overleden zijn. Bijvoorbeeld zijn vriend Gerben Sonderman, testvlieger bij Fokker en vliegenier van de prins. Sonderman kwam in de jaren vijftig om het leven bij een testvlucht. "Sonderman beschouw ik als de beste vriend die ik ooit heb gehad. Zijn ongeluk was tragisch."

Hij herinnert zich het bericht van het ongeluk van Sonderman nog goed. Hij was samen met de koningin op bezoek op de Nederlandse Antillen. "Ik had hem al gevraagd te stoppen met het testen van toestellen. Hij had hoofdpijnen en dat is geen goed teken. Maar hij wilde nog een keer de Fokker S14 vliegen voor Fairchild. Toen heb ik hem een amulet gegeven, dat ik nog uit de oorlog had. Een halve doorgesneden dollar met daaraan een stuk van een halsdoek. Die moest hij bij zich steken."

Desalniettemin sloeg het noodlot toe. De vriend van de prins verongelukte. "Toen ze zijn spullen nakeken werd het amulet gevonden in de zak van zijn jas die nog op kantoor hing. Hij had het niet bij zich. Het was meteen poef paf over. Ik hoop dat hij het niet gemerkt heeft."

Hierdoor heeft hij geen afscheid kunnen nemen van Sonderman. Iets wat hij normaal gesproken altijd tracht te doen van zijn goede vrienden. "Als het kan mijd ik begrafenissen. Ik hou er niet van. Toen ik net getrouwd was, ben ik met mijn vrouw naar een begrafenis van een hofdignitaris geweest. Daar moesten we meer dan een uur lang naar speeches luisteren. Van zijn bridgegenootschap tot zijn jagersvrienden. Vreselijk. Ik heb toen tegen mijn vrouw gezegd, als dat in Nederland de gewoonte is ga ik nooit meer naar een begrafenis. Sindsdien ga ik als het even kan afscheid nemen. Met een fles in de hand, whisky of zoiets. Dan praten we wat en geven elkaar daarna een hand. Dat is leuk. En dan kan het me niets schelen of dat nou in Washington of Amersfoort is."

Zo heeft de prins in Washington afscheid genomen van een andere goede vriend, Walter Bedell Smith, Beetle voor vrienden. Ooit chef staf van Generaal Eisenhower tijdens de Tweede Wereldoorlog en later oprichter van de CIA. De prins kende hem uit de Tweede Wereldoorlog en de twee zijn elkaar nooit meer uit het oog verloren. Dus toen Beetle in 1961 overleed was de prins enkele dagen daarvoor nog bij hem op bezoek. Een moment dat nog in het geheugen van de prins gegrift staat.

Vele bekenden van de prins zijn oorlogsveteranen die nog aan zijn zijde in de Tweede Wereldoorlog vochten. Zij steunen prins Bernhard door dik en dun. Daarom waren zij het ook die de prins afgelopen woensdag een indrukwekkend eerbetoon brachten in de tuin van Paleis Soestdijk. De prins vond het prachtig, hoewel hij twee weken van de tevoren wel liet weten 'huizenhoog tegen het evenement op te zien'.

"Ik ben namelijk sinds mijn laatste ziekenhuisopname wat claustrofobisch. De drukte komt op mij af. Maar goed, de bijeenkomst is zo geregeld dat ik niet in het feestgedruis verdrongen kan worden."

Die laatste ziekenhuisopname was overigens bij lange na niet de eerste. De prins is bijna Nederlands recordhouder op het gebied van ziekenhuisopnamen. Als wij hem voorrekenen dat hij meer dan drie jaar in het ziekenhuis heeft doorgebracht, verbetert hij ons. "Meer nog!"

Tijdens die ziekenhuisopnamen heeft hij een goede band opgebouwd met diverse doktoren. Een daarvan is professor Nuboer, de inmiddels overleden chirurg te Utrecht. "Maar ook andere doktoren die ik na Nuboer heb leren kennen, reken ik inmiddels tot mijn vrienden."

Prins Bernhard heeft een enorm vertrouwen in de doktoren om hem heen. "Ik ben waarschijnlijk de enige Nederlander die met plezier naar het ziekenhuis gaat. Ik weet dat ze me prima behandelen, ze opereren me en daarna heb ik nog een paar dagen rust."

De vele operaties gaan meer en meer met mankementen gepaard. Zo is het al twee keer voorgekomen dat wijn en bier hem maandenlang niet meer smaakte. "Vorig jaar heeft het een half jaar geduurd voor mijn smaak weer terugkwam. In 1995 nog langer. Ik heb toen bijna driekwart jaar geen wijn en bier kunnen drinken. Ik weet nog precies wanneer ik het weer lekker vond. Ik kreeg een eredoctoraat van Nijenrode. Na de ceremonie werd mij een glas champagne aangeboden. Achteloos nam ik een slok en toen smaakte het opeens weer lekker. Ik zei nog tegen iemand die naast me stond: 'Dit is me eerlijk gezegd meer waard dan de onderscheiding!'."

Een andere ergernis van de prins is de drukte op de autoweg. "Ik ben gelukkig zo geprivilegieerd dat ik me als het echt noodzakelijk is langs de files kan laten rijden, maar daar hebben anderen niets aan. Als ik dat dan zie, dan denk ik, wat vreselijk. Vroeger was het leven wat dat betreft veel minder gecompliceerd. Dat geldt overigens ook voor de commerciële televisie. Ik erger me iedere dag rot aan de onderbrekingen van goede films door reclame. Ik heb daarom besloten nooit iets te kopen van die dingen waarmee ze mijn tijd verpesten."

En toch blijkt ook hij een keer te zijn gezwicht. "Ja, één keertje om precies te zijn heb ik zo'n fitnessapparaat laten komen. Werd namelijk aangeprezen door Chuck Norris, een van mijn helden van de Texas Ranger-films. Dat type beveelt zo'n ding aan, heb ik in een week tijd alle mogelijke oefeningen gedaan. Bleek slecht voor mijn rug, dus heb ik het weer terug laten sturen."

Zijn personeel is de prins zeer trouw. Sommigen werken al decennia lang voor 'de baas' zoals ze hem liefkozend noemen. "U vroeg me ook of je bevriend kunt raken met je personeel. Absoluut! Er zijn er waar ik blind op kan rekenen. We praten over alles, en hebben geen geheimen, want ik weet dat de betrokkenen daar nooit over zullen praten. En anders dan met andere vrienden kun je je personeel wél direct helpen. Dat doe ik dan ook graag, als het nodig is."

De prins voelt zich te jong om terug te kijken. Uiterlijk mag hij dan wel negentig zijn, maar innerlijk schuilt in hem nog een vent van twintig. Maar als hij in zijn geheugen graaft om te denken wat een belangrijk moment was voor zijn vorming als mens, komt hij op een verhaal uit midden jaren twintig, toen hij dertien was en op kostschool zat. Het was in de tijd van de Weimar Republiek vlak na de Eerste Wereldoorlog. De keizer van Duitsland was gevlucht en de adel stond niet in al te hoog aanzien in het toenmalige Duitsland. "En dat heb ik geweten. Iedere week werd ik door een paar klasgenoten gegrepen, en afgeranseld met een riem. En dat alleen omdat ik de een prins was. Ik kan je zeggen, dat is niet leuk. Achteraf denk ik wel dat ik erdoor heb leren terugvechten en ben geworden wat ik nu ben."

En hoewel prins Bernhard vooral niet zelfgenoegzaam wil zijn, is hij toch trots op zijn werkzaam leven. "Waar ik vooral blij mee ben, is dat het instituut Inspecteur Generaal van de Krijgsmacht ook na mijn vertrek nuttig gebleken is. Het was dus niet puur het speeltje van de prins. Sterker nog, het instituut heeft alleen maar aan kracht gewonnen nadat ik vertrokken was. Ik had destijds toch mijn beperkingen als man van de koningin en dat hadden mijn opvolgers niet."

Vooruitkijken doet de prins liever. Zoals bijvoorbeeld naar het huwelijk van zijn oudste kleinzoon prins Willem-Alexander begin volgend jaar. Hij kent Argentinië, het land van Máxima goed. In de jaren vijftig was hij er met een belangrijke, achteraf niet onomstreden, handelsmissie voor ons land.

Over de aanstaande vrouw van zijn kleinzoon is de prins zeer te spreken. "Ik vind Máxima geweldig, echt heel leuk. Ze heeft een moeilijke periode gehad met alle verhalen over haar vader. Al zou het allemaal terecht zijn wat er over hem wordt gezegd, een dochter doet dat natuurlijk pijn. Ik heb erg met haar te doen gehad en heb geprobeerd haar te troosten, want het is een reuze aardig iemand."

De prins roemt het contact dat hij met zijn kinderen en kleinkinderen heeft. "Ik heb geluk gehad, en dat kun je écht geluk noemen, dat ik door mijn kleinkinderen niet beschouwd wordt als een ouwe zak. Ze komen bij me op bezoek, ze komen voor een drankje of iets te eten. Met z'n tweeën als ze getrouwd zijn, of alleen. Ik ben dolblij dat ze me accepteren als iemand met wie je nog kunt praten. Want zo is het. Ik ken honderden families waar je opa alleen ziet op verjaardagen en feestdagen."

Maar toch, hoe goed de band met zijn familie ook is, het is wat anders dan vriendschap en dan met name die paar supervrienden waar de prins in zijn lange leven op heeft kunnen bouwen. "Dat besef ik me goed. Ik kan mij niet voorstellen hoe ik had kunnen leven als ik niet altijd op mijn vrienden had kunnen rekenen."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


ma 2 juli 2001

[terug]
     
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.