LEEUWARDEN - De ouders van het vermoorde meisje Marianne Vaatstra stellen dat minister Korthals van Justitie de Tweede Kamer verkeerd heeft voorgelicht over de arrestatie van de Irakese asielzoeker Ali Hassan Hussein. De Irakese asielzoeker was al anderhalve maand vóór zijn arrestatie reeds geschrapt van de lijst verdachten, aldus Maaike Vaatstra, moeder van het gruwelijk vermoorde meisje.
In een persoonlijk gesprek met justitie op het parket in Leeuwarden, reeds in augustus 1999, werd de ouders Vaatstra en andere betrokkenen bezworen dat de Irakees "niet de dader kon zijn". Toen al vertelde justitie dat er getuigenverklaringen waren dat de ex-verdachte rond de moord in de Randstad was, en niet in Friesland.
De Irakees werd gearresteerd in Istanboel op 9 oktober 1999. Minister Korthals stelt in een brief aan de Tweede Kamer dat de asielzoeker toen nog wel degelijk verdacht was. Maar het openbaar ministerie in Leeuwarden had de ouders Vaatstra al vér daarvoor op het hart gedrukt dat de man onschuldig moest zijn.
Toch werd hij gearresteerd, onder zware druk van de publieke opinie, zo heeft zaakofficier mr. Roelof de Graaf toegegeven. Als de man voor justitie eigenlijk oninteressant was, was de arrestatie onrechtmatig en ongrondwettelijk.
Moeder Vaatstra: "Die arrestatie was bedoeld om de gemoederen te sussen in Kollum, en nergens anders voor. Het asielzoekerscentrum in Kollum lag zwaar onder vuur, omdat gedacht werd dat de dader daar vandaan kwam. Justitie wilde met de arrestatie alleen de commotie tegen gaan. Maar die man was allang geen verdachte meer."
Vaatstra's verklaring haalt een dikke streep door Korthals verklaring aan de Tweede Kamer, waarin de minister stelt dat er wel degelijk verdenking bestond tegen de man.
De familie Vaatstra houdt een dagboek bij van alle gesprekken met justitie in de moordzaak. Daarom kunnen ze precies nagaan wanneer de verdenking tegen de Irakees werd opgeheven. Dat was circa anderhalve maand eerder dan justitie stelt.
De moord op Marianne zorgde voor een storm van protesten tegen asielzoekers in Kollum. Het openbaar ministerie stelde eerder dat één week voor de arrestatie van Hussein op de bruiloft van zijn broer een getuige meldde dat de man in de nacht van de moord niet in Friesland was. Volgens de Vaatstra's was dit al veel langer bekend.
Persofficier mr. Michiel Severein van het parket in Leeuwarden houdt vast aan de verklaring dat de Irakees wel degelijk verdacht was ten tijde van zijn arrestatie. "Van 9 juli tot en met 9 oktober was hij formeel verdachte." Dat de Vaatstra's zeggen dat die man al in augustus eerder van de verdachtenlijst was afgevoerd, kan hij "niet verklaren".