ROTTERDAM - De belasting- en premiedruk voor topmanagers in Nederland blijkt reuze mee te vallen. Managers met een inkomen van ruim 400.000 houden netto grofweg de helft van hun salaris over. Daarmee bevindt Nederland zich in de Europese middenmoot.
Bovendien zijn de werkgeverslasten naar verhouding laag. Sterker nog, onderzoekers van accountants- en adviesbureau Ernst & Young concluderen dat Nederland wat de werkgeverslasten betreft tot de 'goedkoopste' landen behoort.
Voor een bruto salaris van 200.000 euro (ruim 440.000) moet een werkgever in Nederland netto 66,27% van dit bedrag aan loon, belasting en premies neertellen. Dat het percentage lager is dan 100%, komt doordat werkgevers voor bepaalde salariskosten in alle westerse landen een belastingaftrek heeft. Alleen Griekenland (65%) en Luxemburg (65,32%) zijn goedkoper.
De duurste landen in Europa zijn Zweden (95,60%), Ierland (89,60%) en Finland (88,84%). Ter vergelijking: Europa kan nog lang niet tippen aan landen als de Verenigde Staten (58,14%) en Canada (55,87%). Opvallend duur zijn Singapore (77,21%) en Hongkong (84%).
Voor de topmanagers zelf is Groot-Brittannië een prima land om te werken. Daar houden zij maar liefst 63,77% van hun salaris over. Ook in Zwitserland (62,16%) en Griekenland (59,44%) is het goed toeven. Nederland (50,88%) doet het heel wat beter dan België (40,74%), Denemarken (40,80%), Finland (47,28%) en Duitsland (47,61%). België doet het zo slecht omdat de sociale premies daar erg hoog zijn.
Wereldwijd voert Hongkong de ranglijst aan met een netto salaris van maar liefst 84,97%, terwijl het in Singapore (76,40%) ook aangenaam verdienen is. Hier doen de Verenigde Staten (56,88%) en Canada (55,74%) het relatief slechter.