BRUSSEL - Bij het Brusselse gerecht is gisteren een aanklacht ingediend tegen de Israëlische premier Sjaron, die als toenmalig generaal verantwoordelijk wordt geacht voor het bloedbad dat het Israëlische leger begin jaren tachtig heeft aangericht in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Chatillah bij Beiroet. Honderden Palestijnen werden gedood.
De aanklacht is gebaseerd op getuigenissen van 23 overlevende slachtoffers. Één van hen, Souad Srour El Meri, vertelde gisteren geëmotioneerd hoe zij bij de slachtingen haar vader, drie broers en twee zussen verloor. Zijzelf, toen 17 jaar, werd verkracht en hield een blijvende verlamming over aan haar verwondingen.
Een wet uit 1993 maakt het mogelijk dat in België misdaden tegen de menselijkheid worden vervolgd, waar ze ook hebben plaatsgevonden. België wil de wet aanpassen omdat het land dreigt te bezwijken onder de rechtszaken. Recent werden vier Rwandezen tot lange celstraffen veroordeeld wegens genocide. Een commissie gaat onderzoeken of de aanklachten tegen Sjaron ontvankelijk kunnen worden verklaard.