AMSTERDAM - Los Angeles Lakers heeft de NBA-titel geprolongeerd. Door het vijfde play-offsduel van de best-of-seven serie met 96-108 naar zich toe te trekken, won het de eindstrijd tegen Philadelphia '76-ers met 4-1. Daarmee kwam Lakers op een recordscore van veertien overwinningen in vijftien play-offswedstrijden. Het vestigde met acht opeenvolgende uitzeges eveneens een play-offsrecord.
Repeat! Deze term werd voor het eerst in de NBA geïntroduceerd in de tijd dat het prolongeren van de titel in de zwaarste competitie ter wereld bijna onmogelijk leek. Slechts weinig clubs slaagden hier in. Twee of meer jaar achter elkaar de beste zijn, vereist bovenmenselijk talent, kracht en concentratie. Alleen clubs met echte supersterren zijn daartoe in staat. Het Lakers van de jaren zeventig (met Abdull Jabar en Magic Johnson), Boston Celtics (Larry Bird) of Chicago Bulls (Michael Jordan). Het Lakers-team van 2001 drijft op Shaquille O'Neal en Kobe Bryant, twee spelers in de kracht van hun leven.
Direct na het behalen van dit kampioenschap ging de discussie dan ook niet over de wedstrijd, maar over het magische woord 'Dynastie'. Staan we aan de vooravond van een nieuwe overheersing? De vraag stellen is hem beantwoorden. Nu O'Neal en Bryant elkaar hebben gevonden, lijkt niets de langdurige heerschappij van de Los Angeles Lakers meer in de weg te staan.
Toch leek het daar halverwege dit seizoen niet op. Bryant wenste geen genoegen te nemen met de dominante rol van O'Neal in de aanval. Hij eiste buitenproportioneel veel schoten op, waardoor de balans van de ploeg ernstig werd verstoord en Lakers ver teruggeworpen werd. Beiden eisten van General Manager Jerry West een tussentijdse transfer. Een blessure van de jonge forward bleek echter een geluk bij een ongeluk. Tijdens diens afwezigheid ging de ploeg ineens draaien en bewees O'Neal dat hij terecht de eerste optie is bij elke aanval. Een bezoek van Bryant aan de door hem zeer bewonderde West, zelf een legende die met de Lakers diverse titels won, bracht vervolgens de ommekeer. Tijdens een spaghettimaaltijd ontspon zich een lang gesprek over basketbal, relaties tussen spelers en het winnen van kampioenschappen. Toen Bryant naar huis ging, had hij zich voorgenomen om zijn houding te veranderen.
Sindsdien viel alles op zijn plaats. De ploeg van coach Phil Jackson werd onverslaanbaar. De laatste acht wedstrijden van de reguliere competitie werden gewonnen en in de vijftien play-off wedstrijden werd slechts één nederlaag geleden, een NBA-record. Natuurlijk had het superduo ook hulp nodig. Dat kreeg het van een zichzelf wegcijferende 'supporting cast'. Spelverdeler Derek Fisher kwam verbazingwekkend sterk terug van een langdurige blessure. Hij bracht een ijzersterk afstandsschot in en een ijzeren verdediging, belangrijk voor de bestrijding van 'Sixer' Allen Iverson. Horace Grant zorgde voor de inside-verdediging en de rebounds, Robert Horry en Rick Fox voor de driepunters. Ook de bankspelers kregen bij tijd en wijle substantiële rollen toebedeeld van coach Phil Jackson, die daarmee zijn achtste kampioenschap binnensleepte.
Philadelphia streed, onder leiding van NBA-topscorer en MVP Allen Iverson, tot het uiterste. Voor de belangrijkste prijs miste de ploeg echter net dat kleine beetje extra supertalent. Het supertalent dat de 'One Two Punch' van de Lakers in overweldigende hoeveelheden bleek te bezitten.
Topscorers Lakers:O'Neal (29 punten, 13 rebounds), Bryant (26 p., 12 reb.), Fox (20 p.), Fisher (18 p.).Philadelphia:Iverson (37 p.), Hill (18 p.), Mutombo (13 p., 11 reb.), Snow (13 p.).