ROTTERDAM - Het Nederlandse bergingsbedrijf Smit Tak gaat het Japanse visserij-opleidingsschip Ehime Maru lichten dat vier maanden geleden voor de kust van Hawaii is gezonken na een aanvaring met de Amerikaanse onderzeeër USS Greenville en nu op een diepte van ruim 600 meter ligt.
De Nederlandse berger zal het scheepswrak in augustus van de oceaanbodem takelen en het vaartuig naar ondieper water slepen vlak voor de kust bij Honoloeloe.
Vervolgens zullen duikers in het wrak op zoek gaan naar de lichamen van de negen leerlingen en bemanningsleden die sinds de ramp zijn vermist, om deze te bergen. De vissersboot zal na deze operatie ver uit de kust op de zeebodem worden achtergelaten.
"Alhoewel de marine er zeker van is dat de operatie met succes kan worden uitgevoerd, is de lichting niet zonder risico en kan succes niet worden gegarandeerd", aldus een uitgegeven verklaring van de Amerikaanse Pacifische Vloot. Mocht het lichten niet lukken, dan zal het opleidingsschip blijven liggen op zijn huidige plaats.
Het plan voor het lichten van het opleidingsschip zal de Amerikaanse admiraal in Japan, Robert Chaplin, eerst bespreken met de familieleden van de negen omgekomen Japanners. Vanuit Japan is er zware druk op de Amerikanen uitgeoefend om het schip te lichten en de slachtoffers te bergen.
Smit Tak heeft voor het lichten van het Japanse opleidingsschip de hulp ingeroepen van het Amerikaanse bedrijf Halliburton Co dat het hefschip levert. Nadat het schip gelicht is en de lichamen geborgen, zullen duikers het schip weer hermetisch afgrendelen waarna het 25 kilometer zuidelijker zal worden afgezonken op een diepte van meer dan 2000 meter.
Het groene licht voor de operatie werd gegeven nadat de Amerikaanse marine na een milieustudie van drie maanden had geconcludeerd dat het lichten van de Ehime Maru geen significant invloed zou hebben op ecosysteem van de zee nabij Hawaii.
Berger Smit Tak wil niet reageren op het bericht.