JAKARTA - De omstreden Indonesische president Abdurrahman Wahid gaat mogelijk opnieuw de samenstelling van zijn kabinet veranderen. Dat meldde de woordvoerder van de president Adhie Massardi gisteren.
"De president denkt er nog steeds over na wat te doen met het economisch team, wacht de komende twee dagen maar af", aldus Massardi.
Volgens de geruchten zal de huidige minister van Economische Zaken Rizal Ramli worden vervangen door de econoom Christiano Wibisono. Rizal zal op zijn beurt Prijadi Praptosuhardjo vervangen op de post van minister van Financiën. Verder zal de minister van Binnenlandse Zaken, Surjadi Sudirja, van baan ruilen met de minister van Defensie Mahfud.
In Wahids jongste actie om zijn afzetting te verijdelen daagde hij leger en politie uit geweld te gebruiken om hem uit zijn presidentiële paleis te verdrijven. "Ze kunnen hun geweren op me richten en het paleis beschieten, maar wat ik zal doen is de eenheid van het land handhaven. En ik zal niet aarzelen de schenders van de grondwet aan te pakken", aldus de president.
Diens beslissende confrontatie met de Raadgevende Volksvergadering (MPR) zal op 1 augustus plaatsvinden. In een speciale zitting wordt Wahid geacht verantwoording af te leggen voor zijn beleid, dat als chaotisch wordt ervaren, en voor zijn betrokkenheid bij twee corruptiezaken. Als de MPR zijn verdediging verwerpt kan Wahid zijn presidentiële mandaat worden ontnomen. Vice-president Megawati volgt hem dan automatisch op.
Wahid liet gisteren weten het bijeenroepen van de MPR voor een speciale zitting te accepteren zolang de assemblee hem niet ter verantwoording roept. Wahid heeft de meeste hoop gevestigd op een politiek compromis.
Wahid ontsloeg 1 juni ook al plotseling zes ministers. Hij deed dat volgens een woordvoerder om de "efficiëntie van zijn kabinet te vergroten". Volgens analisten hadden de ontslagen tot doel de slechte relatie met vice-president Megawati te verbeteren. Het benoemen van bondgenoten van deze populaire dame in het kabinet zou zijn laatste kans zijn om de greep op het land niet te verliezen.