DEN HAAG - Staatssecretaris Bos (Financiën) gaat de regels rondom de fiets van de zaak zodanig verruimen dat werknemers voortaan ook met steun van de fiscus op een elektrisch aangedreven fiets naar hun werk kunnen fietsen.
Door de verruiming van de regeling wordt het vanaf 1 januari 2002 bovendien mogelijk een dure race- of ligfiets via de baas als lease-fiets aan te schaffen.
Bijbetalen
Op dit moment bepalen de regels rondom de fiets van de zaak dat de werkgever maximaal een keer in de drie jaar een fiets met een maximale catalogusprijs van 1651 gulden ter beschikking mag stellen.
Bos wil deze maximale prijs in 2002 echter omvormen naar een maximaal vrijstellingsbedrag, waardoor ook duurdere fietsen onder de regeling kunnen gaan vallen. De werknemer kan daardoor in principe zelf gaan bepalen hoe duur de fiets is waarmee hij of zij naar het werk fietst en het verschil eventueel zelf bijbetalen.
Ook de beperking dat de verstrekte fiets een 'rijwiel zonder hulpmotor' moet zijn wordt zodanig aangepast dat de fiets met elektrische trapondersteuning voortaan binnen de regels valt.
Deze elektrisch oplaadbare fiets kan makkelijker op gang worden gekregen en gehouden. In tegenstelling tot de fiets met hulpmotor moet de fietser zelf echter ook trappen, want anders valt de fiets stil.
Ouderen
Bos verwacht dat met name oudere werknemers steeds vaker gebruik zullen willen maken van deze elektrische fiets om hun woon-werkverkeer te overbruggen hetgeen goed past bij het beleid om het fiscale stelsel groen en gezond te maken.
Overigens heeft de bewindsman na een nieuwe analyse besloten de zogenaamde fietsaftrek de komende jaren gewoon in stand te houden. Hoewel de regeling enigszins fraudegevoelig is omdat fietskilometers niet kunnen worden geregistreerd ziet de bewindsman geen gevaar voor grootschalig misbruik, omdat immers ook een fietsverklaring van de werkgever nodig is.
Werknemers die tenminste drie dagen per week meer dan 10 kilometer naar hun werk fietsen mogen daardoor ook volgend jaar een fietsaftrek van bijna 800 gulden van hun belastbaar inkomen blijven aftrekken. |