BLOEMENDAAL - Ze scholden, ze vloekten en ze tierden. Duitsers zijn niet gewend om in de laatste minuut te verliezen. Maar in Bloemendaal ging de Duitse landskampioen Harvestehuder kermend onderuit in de Europa-Cupfinale voor landskampioenen, die de ploeg van interim-coach Roelant Oltmans via een dik verdiende 3-1 zege na veertien jaar het Europese kampioenschap voor clubteams bracht.

|
Bloemendaal heeft de Cup. (Foto: Emiel van Lint)
|
Op het bomvolle Kopje (6000 toeschouwers) werden de Duitsers verslagen op hun eigen wapens. Juist de zo gevreesde 'Kampfgeist' was dit keer de kracht van Bloemendaal, dat vooral door een niet aflatende werklust en inzet de tegenstander genadeloos op de knieën dwong. Wie etaleerde de eigen onmacht, want liefst een paar keer werd een Duitse speler met een gele kaart tijdelijk naar de kant gestuurd. Bij Bloemendaal verdween alleen Klaver in de slotfase naar de bank. Maar hij deed dat juichend, want even eerder had hij in de laatste minuut de 3-1 op het scorebord gebracht.
Roelant Oltmans had in de voorbereiding geconstateerd dat Bloemendaal de absolute topvorm miste. In de competitie haalde de Nederlandse kampioen de play-offs niet en coach Bert Bunnik haakte vroegtijdig af. Ook in de poule, die Bloemendaal vanaf afgelopen vrijdag de finaleplaats moest brengen, ging het uiterst moeizaam. Er werd twee keer met 2-1 van de Schotse en de Franse tegenstander gewonnen en zondag was een schamele 0-0 tegen het Spaanse Egara maar net voldoende voor de finaleplaats. Bescheidenheid paste Bloemendaal, dat in die poule slechts vier keer scoorde in drie wedstrijden. Oltmans had dat goed begrepen en hamerde nadrukkelijk op eenheid en werklust.
"Ik heb de afgelopen weken het zelfvertrouwen van deze ploeg zien groeien en dat was ons grote winstpunt. We hebben misschien niet briljant gespeeld, maar hier stond wel een team. Op het mentale vlak zijn we kaarsrecht overeind gebleven", aldus een man, die zich vanaf nu weer met zijn werkzaamheden als directeur van de voetbalclub NAC gaat bezighouden.
Bloemendaal, in het verleden vaak gemakzuchtig omdat het simpelweg dreef en wedstrijden won op pure klasse, leerde knokken en dat laatste was de basis van het succes tegen de Duitsers, die aan onaantastbaar record met zich meedragen als het gaat om Europa-Cuptriomfen. Tot vóór deze finale werd 32 jaar om die EC 1 voor landskampioenen gespeeld en een Duitse ploeg won liefst 16 keer. Nederland moest het in dat opzicht doen met een bescheiden 6 keer winst. Klein Zwitserland (2 keer), Kampong, Bloemendaal (in '87), HGC en Den Bosch stonden daar garant voor. Het was de derde keer dat Bloemendaal de finale op eigen grond mocht organiseren. Twee keer eerder werd thuis (in '88 en '94) van de toenmalige Duitse kampioen Uhlenhorst verloren, maar dit keer bleef de beker in Bloemendaal.
Trots nam Diederik van Weel hem mee naar de perskamer. "Niemand van ons in het team had ooit die beker gewonnen. Dat was een extra stimulans. De eerste wedstrijden in dit toernooi hebben we het onszelf moeilijk gemaakt omdat we de kansen niet hebben benut, maar in deze finale hebben we het koppie erbij gehouden. In tegenstelling tot de Duitsers, die helemaal over de rooie gingen, hebben wij ons rustig gehouden tegen de scheidsrechters. We hebben onze beste wedstrijd voor het laatst bewaard", aldus de aanvoerder van het andere Oranje.
Bloemendaal stond met de rust terecht met 1-0 voor door een doelpunt van Maarten Froger na een vrije slag van Van Weel. Het hield de Duitsers ver van eigen goal, maar toen Keller in de derde minuut van de tweede helft de gelijkmaker liet aantekenen, moest de thuisclub opnieuw de rug krommen. Het was opnieuw Froger die na een fraaie combinatie met De Nooijer en Van Wijk in de 12e minuut voor 2-1 zorgde. De Duitsers kreunden, maar konden de bakens niet verzetten. Het was Klaver die in de slotfase de bevrijdende 3-1 op het scorebord bracht, waarna het feest op het Kopje echt kon beginnen.