NEW YORK - Akzo Nobel blijkt door het Amerikaanse ministerie van Justitie op de korrel te zijn genomen wegens betrokkenheid bij illegale prijsafspraken op de markt voor autoverfproducten.
Het Arnhems chemieconcern zou de afgelopen vijf jaar hebben deelgenomen aan een verboden kartel, tezamen met het Duitse BASF en de Amerikaanse producenten DuPont, Sherwin-Williams en PPG Industries.
Het strafrechtelijk onderzoek loopt sinds januari van dit jaar. Justitie heeft via een rechterlijk bevel administratieve gegevens en interne documenten bij de bedrijven opgeëist. Een federale grand jury buigt zich over het bewijsmateriaal en hoort getuigen, waarna een beslissing wordt genomen over verdere vervolging.
Akzo-bestuursvoorzitter Kees van Lede maakte eerder dit jaar tijdens een toelichting op de jaarcijfers al melding van een onderzoek zonder echter in details te treden. Rekening houdend met een mogelijk fikse boete, trof het concern een voorziening van EUR150 miljoen. Van Lede verklaarde dat Akzo ook verdacht werd van overtreding van de antitrustregels in Canada en Groot-Brittannië en dat het bedrijf zijn volledige medewerking heeft toegezegd aan de kartelautoriteiten.
Volgens justitie hebben de producenten vijf jaar geleden tijdens een gezamenlijke vergadering in Europa de koppen bij elkaar gestoken in een 'samenzwering' om de groothandelsprijzen van autoverf voor de Amerikaanse markt vast te leggen.
Eind 1999 werd Akzo in de VS beschuldigd van deelname aan een internationaal vitaminekartel. Daarbij was een hoofdrol weggelegd voor BASF en het Zwitserse Roche. Justitie legde beide concerns recordboetes op van respectievelijk $225 miljoen en $500 miljoen. Hoewel destijds tegen Akzo geen strafrechtelijk onderzoek liep, werd het concern wel genoemd als gedaagde in civiele procedures waarin benadeelde producenten van voedingsmiddelen enorme schadevergoedingen eisten.
De antitrustafdeling van het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft sinds 1997 boetes opgelegd van meer dan $1,7 miljard. Akzo heeft voorzover bekend in de VS één keer eerder schuld bekend in een antitrust-zaak en een boete betaald van minstens $10 miljoen.