REIMS - Op de eerste dag van de TVM-rechtzaak heeft de Franse justitie nauwelijks bewijs naar voren gebracht om rechter Craiguero te overtuigen dat er systematisch dope werd gebruikt in de wielerploeg van Cees Priem.

Cees Priem voor het gerecht. (Foto: Fotografie Rob de Jong)

Naast het feit dat er op 9 maart 1998 104 ampullen met erytropoeïtine (EPO) werden gevonden, lijkt het medische rapport van Françoise Bressolle de belangrijkste getuigenis. De professor van de universiteit van Montpellier concludeert op basis van de haar-, urine- en bloedtesten dat Jeroen Blijlevens, Servais Knaven, Bart Voskamp en Sergei Utchakov EPO hebben gebruikt.

De onderzoeksmethode die Bressolle gebruikte, werd echter in een eerder stadium al door het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en de internationale wielerunie (UCI) als niet-waterdicht bevonden. De advocaten van TVM namen haar onderzoek, dat gebaseerd is op de tegenreactie van het lichaam wanneer het toedienen van EPO stopt, dan ook heftig onder vuur.

"Wij hoeven onze onschuld niet te bewijzen, maar de openbare aanklager moet onze schuld aantonen", keek raadsman Joost van Mierlo na afloop tevreden terug. "Een paar keer hebben we de experts met de rug tegen de muur gezet. Op het einde van de dag begon de rechter zichtbaar te twijfelen aan het onderzoek. Dat is in ons voordeel."

Kwamen gisteren de experts aan het woord, vandaag worden Cees Priem, ploegarts Andrei Michailov en verzorger Jan Moors gehoord. Wederom zullen de medische rapporten van de renners de meeste tijd vergen. Naast de 'EPO-verdachten' werden er immers bij Blijlevens, Voskamp en Utchakov ook sporen van corticoïden (ontstekingsremmers) gevonden. Van Mierlo: "Maar het drietal had in die periode een attest op zak, omdat ze een medicament gebruikten waar corticoïden in zaten. Zo slikte Blijlevens dat middel vanaf april voor een knieblessure. Dit deden zij op voorschrift van hun eigen artsen en niet na het consulteren van Michailov."

In de haarmonsters van Tristan Hoffman en Laurent Roux werd amfetamine getraceerd. "Hoffman is in die winter geopereerd aan de lies. Na die operatie heeft hij waarschijnlijk een pijnstiller gekregen. De sporen van amfetamine kunnen een jaar lang worden teruggevonden, daardoor is voor ons niet exact na te gaan wanneer dat middel is gebruikt. De Franse dopingwet schrijft daarnaast voor dat je bepaalde middelen niet in het kader van sportwedstrijden mag gebruiken. Wanneer je in een andere periode ziek bent en je krijgt op medische gronden middelen voorgeschreven waarvoor je een attest hebt, val je niet onder de dopingwet."

Gistermiddag werd ook duidelijk dat er tijdens de invallen van de Franse justitie in de Tour de France in zowel Pamiers als Albertville nauwelijks iets gevonden is. Tijdens de rustdag werden er op de kamer van Michailov spuiten, een centrifuge, een computer met documenten van bloedwaarden en twaalf ampullen corticoïden in beslag genomen. "Maar die ampullen bevatten zo'n kleine waarde corticoïden dat de experts ze zelfs als homeopathisch beschouwden", aldus de advocaat. "Enkel om die twaalf ampullen mocht Michailov overigens in augustus niet uit de gevangenis en heeft hij uiteindelijk vierenhalve maand achter slot en grendel gezeten."

"De koffer van Michailov werd na de eerste inval teruggegeven en die heeft Jan Moors vervolgens bij zich gehouden. Toen justitie in Albertville andermaal het hotel binnenviel, werd dezelfde koffer met dezelfde middelen bij Moors op de kamer teruggevonden. Dat is de enige reden waarom Moors verdacht is en destijds 135 dagen in Frankrijk vastzat."

Justitie heeft geen overeenkomst kunnen vinden tussen de middelen die in de koffer werden gevonden en de producten die bij de medische onderzoeken van de renners waren aangetroffen. Er is ook geen enkel verband van collectief dope-gebruik bij de medische tests van alle renners geconstateerd. "Dat is het bewijs dat er niet structureel doping werd gebruikt binnen de ploeg", geeft Van Mierlo aan.

Toch blijft de Franse justitie stug en zal het proces nog twee pittige dagen kennen. Zo gaf onderzoeksrechter Odile Madrolle gisterochtend in een publicatie van de Franse sportkrant l'Equipe aan: "Er zijn genoeg elementen naar voren gekomen om aan te nemen dat er bij TVM wèl een dopingnetwerk bestond." Een uitspraak die gisteren nauwelijks met feiten onderstreept kon worden. Vandaag zal de rechter ook vragen waarom de renners 7,5 procent van hun premies afstonden aan een geldpot die besteed werd voor het aanschaffen van diverse middelen. "Maar dit waren enkel vitaminen, mineralen en onder meer zouten", vervolgt Van Mierlo. "Zoals er ook geld van de premies werd afgestaan voor een extraatje voor de mecaniciens en de verzorgers."

De enige keer dat de beklaagden schoorvoetend hun hoofd moesten buigen, was toen rechter Craiguero doorvroeg naar de EPO-vondst op 9 maart 1998 op de snelweg nabij Reims de aanleiding voor de TVM-affaire. Michailov kon alleen met een niet-gedateerde fax aantonen dat dit voor een kinderziekenhuis in Moskou was. "Daarmee heb ik een fout gemaakt", gaf hij toe. "Ik had nooit EPO in de wagens van de ploeg mogen vervoeren. Daar heb ik spijt van. Maar ik deed het met goede bedoelingen."

zoek naar gerelateerde artikelen

di 29 mei 2001