GOMEL - De explosie van vreugde was groot, bevrijdend groot. Zojuist hadden de Oranje-handbalsters met 'slechts' 26-24 verloren van Wit-Rusland, maar dat was voor het gastland niet toereikend om de vorige week in Rotterdam opgedane achterstand (32-26) te compenseren. Nederland heeft zich daarmee voor de tweede achtereenvolgende keer gekwalificeerd voor een WK, dat van 2 tot 16 december in Italië wordt gespeeld.
Oranje begon de wedstrijd, die in Gomel in het diepste puntje van Wit-Rusland werd afgewerkt om zodoende de reis voor het Nederlands team zo lang en lastig mogelijk te maken, uiterst nerveus. Niet alleen stond de kwalificatie voor het WK op het spel, het had ook nog af te rekenen met de frustratie van het missen van het afgelopen EK. Een redelijke goede wedstrijd in Joegoslavië (28-28) toen gevolgd werd door een volstrekt onnodige nederlaag in eigen land. Wit-Rusland wist echter ook wat het te doen stond en ging in tegenstelling tot het afwachtende Oranje er direct fysiek vol tegenaan. Oranje keek in no-time tegen een achterstand van vier doelpunten aan en daarmee kwam de uitschakeling akelig dichtbij. Ook de wissel van keepster Ingeborg Vlietstra voor een van de uitblinksters van vorige week Jokelyn Tienstra "mijn samenspel met de verdediging klopte voor geen meter, ik heb geen bal gepakt" bracht aanvankelijk geen soelaas. Het was vooral Martine Hekman die het team bleef sturen, maar ook zij kon niet verhinderen dat Oranje met een bedreigende 15-10 achterstand de rust in ging.
Oranje was echter geenszins van plan om de WK-missie prijs te geven. Bouwer bracht na de pauze Irina Pusic in voor de vooral zwak afsluitende Monique Feijen (2 uit 8) en zag de verdediging sterker opereren, met Olga Assink en weer Hekman in de hoofdrol. Omdat het verschil steeds fluctueerde tussen de twee en vier treffers bleef de spanning hoog, maar door een paar goede stops van Vlietstra en de treffer van Saskia Mulder drie minuten voor het eind (26-23) was het Wit-Russische moraal en verzet gebroken. Assink zette met haar vijfde treffer de eindstand op het bord en Nederland weer in de mondiale schijnwerpers. De ontlading na het fluitsignaal was extreem. "We hebben vandaag zeker niet onze beste wedstrijd gespeeld maar wel mentaliteit getoond. Er is keihard gevochten en zelf heb ik nooit het gevoel gehad dat we het niet zouden redden. Zo, en nu gaan we Gomel laten zien wat feest vieren is", aldus de uitbundige Tienstra.
De mannelijke collega-internationals zijn voorlopig nog niet aan een dergelijke status toe, maar proberen onder de bezielende begeleiding van bondscoach Sjors Rottger een inhaalslag te maken. De eerste mogelijkheid daartoe is de komende weekeinden waarin ten koste van Portugal voor het eerst in de historie het EK kan worden bereikt. Van de twee oefenduels tegen het sterker geachte Zwitserland ter voorbereiding op die kwalificatieduels werd er een verloren en een gewonnen. Zaterdag kon Oranje drie kwartier bijblijven, maar moest het uiteindelijk genoegen nemen met de 26-33 nederlaag, gisteren was de wraak zoet: 28-23.