BOEDAPEST - Het gaat goed en slecht tegelijk met de telecommunicatie in Oost-Europa. Regeringen trekken aan het kortste eind als het gaat om de opbrengst van privatisering van de telefonie-staatsbedrijven.
De consumenten zal dat weinig kunnen schelen, want voor hen gaan steeds meer deuren open naar de wereld van de moderne communicatie, al loopt die nog steeds achter bij West-Europa.
|
Grote vraag naar telecom in Oost-Europa. (Foto: ANP)
|
Vaak lijkt het, vooral in de grote steden, dat het al zover is. De detailhandel in telecommunicatie bloeit en de winsten zijn goed. Toch staat de hele sector onder druk. Voor Oost-Europa heeft iedere koersval en iedere terughoudendheid bij investeerders ernstige macro-economische gevolgen. Voor de Oost-Europese landen is de sterke groei van de telecommunicatie en de kabelindustrie domweg een levenslijn om de peperdure omslag van staatsgeleide naar vrijemarkteconomie te kunnen bekostigen.
Veel buitenlandse investeerders hebben moeten ontdekken dat de enorme vraag onder consumenten en bedrijfsleven niet spoort met de middelen van de diverse overheden, waar het gaat om bijvoorbeeld modernisering van landlijnen, introductie van wetgeving en dergelijke.
KPN is niet de enige die zich uit Oost-Europa terugtrekt. Er is ronduit sprake van een uittocht van investeerders, waardoor een paar giganten overblijven die natuurlijk minder willen betalen voor nieuwe deelnames dan in de tijd dat de markt nog overvol was. De enorme investeringen zijn goeddeels gefinancierd met bankleningen die de westerse ondernemingen afgelopen jaar al op een totale schuldenlast van EUR150 miljard hebben gezet. Analisten voorspellen dat er in de komende twaalf maanden nog eens voor EUR80 miljard extra moet worden uitgezet om de telecommunicatiemarkt verder te liberaliseren en te moderniseren. De brandende vraag is wie daartoe nog bereid is.
Het gaat niet alleen om de uitverkoop van staatsbelangen. Dergelijke investeringen zijn ook nodig om de Oost-Europese markt te laten aansluiten bij de nieuwe technologische ontwikkelingen elders, zoals bijvoorbeeld de derde generatie mobiele netwerken, waartoe overheden UMTS-frequenties dienen te verkopen.
De privatisering van de telecommunicatie in voormalig communistisch Oost-Europa begint voor de betrokken landen op een nachtmerrie te lijken. Geconfronteerd met enorme begrotingstekorten hadden deze zich ontwikkelende economieën verwacht voor de uitverkoop van de staatsbedrijven, UMTS-frequenties en kabelconcessies astronomische bedragen te vangen. Het tegendeel is echter waar.
Meer en meer wordt nu pas op de plaats gemaakt. De Kroaten bijvoorbeeld hebben een geplande verkoop van 21% van het staatsbedrijf aan Deutsche Telekom in de ijskast gezet. De Tsjechen hebben bijvoorbeeld onlangs moeten erkennen dat die UMTS-vergunningen zeker de helft minder zullen opleveren dan de verwachte EUR500 miljoen.
In hun begrotingen hadden de Oost-Europeanen echter wel met die hoge opbrengsten gerekend. Het fiscale regime staat nu enorm onder druk en bedreigt andere voor de EU-toetreding noodzakelijke herstructureringen en privatiseringen.
Er is evenwel de bizarre realiteit, dat de telecommunicatiemarkt bloeit als nooit tevoren. Bedrijven schieten als paddestoelen uit de grond om de Oost-Europese consumenten de nieuwste westerse technologie te kunnen aanbieden. De uit z'n voegen barstende lokale markt dwingt de ministers van Financiën tot verdere privatisering en derhalve tot het accepteren van een mindere opbrengst.
In West-Europa wil men er evenwel alles aan doen om de toekomstige EU-lidstaten bij de les te houden. Dat gebeurt onder meer door de Europese Bank voor Reconstructie en Ontwikkeling in Londen. De EBRD heeft het nodige bijgedragen aan de privatisering van de staatstelecomondernemingen, zoals in Hongarije waar de bank ruim EUR300 miljoen leende aan het staatsbedrijf. De Europese Unie moedigt de EU-kandidaten aan hun regelgeving aan te passen, zodat een investeringsvriendelijk klimaat ontstaat.
Die inspanningen hebben zeker geholpen, maar lijken een druppel op de gloeiende plaat nu een van de effecten van de introductie van de vrije markt in Oost-Europa sterk voelbaar is. De malaise in de telecommunicatie wereldwijd treft ook dit deel van de wereld, juist op een moment dat men bezig was de aansluiting te verkrijgen.