BRUSSEL - Nederland is vooralsnog niet van plan geld in te leveren als de Europese subsidies voor achtergebleven regio's na de uitbreiding van de Europese Unie met twaalf overwegend arme landen opnieuw moeten worden verdeeld. "Nederland wil dat iedereen ongeveer houdt wat hij nu heeft", zei minister Van Boxtel (Grote-Stedenbeleid) gisteren in Brussel, waar hij deelnam aan een congres over de toekomst van de Europese structuur- en cohesiefondsen.
"Als nettobetaler aan de EU ga je niet bij voorbaat inleveren. Laten we eerst maar eens kijken of we de criteria voor de subsidies niet moeten aanpassen, zodat het geld echt terechtkomt waar het nodig is."
Van Boxtel wil onder meer dat de EU meer oog krijgt voor de stedelijke problematiek, waar Nederland een half miljoen gulden voor krijgt uit Brussel. Hij vindt dat achterstandswijken in Nederlandse steden evenveel recht hebben op steun als Oost-Europese probleemgebieden.
Het probleem is echter dat de Europese begroting ontploft als ieder land zijn huidige deel van de subsidies wil behouden en de nieuwe EU-lidstaten ook hun deel van de koek opeisen. Van Boxtel zei dat er mogelijk in de toekomst minder Europees geld aan landbouw wordt uitgegeven als de sector ingrijpend is hervormd. Dat geld kan dan naar de achtergebleven gebieden.
Hij wil in geen geval met twee maten gaan meten ten aanzien van de oude en de nieuwe EU-leden. "De criteria voor Europese steun moeten voor iedereen hetzelfde zijn."