DEN HAAG - Justitie acht de kans klein dat de Rotterdamse imam El-Moumni het land kan worden uitgezet als hij wordt veroordeeld voor discriminatie van homoseksuelen. Iemand die een jaar legaal in Nederland is moet namelijk minimaal een delict plegen waar drie jaar celstraf of meer op staat, voordat hij kan worden uitgezet.
Op discriminatie staat een maximumstraf van een jaar, waardoor uitzetting in dit geval niet kan.
Voor iemand die al veel langer in ons land verblijft, zoals de betrokken imam, geldt dat hij een nog zwaarder misdrijf moet begaan om te kunnen worden bestraft met uitzetting. Minister Korthals (Justitie) wil weliswaar de strafmaat voor discriminatie met twee jaar verhogen maar ook in dat geval kan er volgens justitie van uitzetting geen sprake zijn.
Minister Van Boxtel (Integratiebeleid) verwacht ook niet dat de imam Nederland moet verlaten mocht het tot een veroordeling komen. Bovendien is uitzetting volgens de D66-bewindsman niet de oplossing. Veel beter is het om met islamitische organisaties in gesprek te gaan en hen op de Nederlandse waarden en normen te wijzen, zo vindt Van Boxtel.
De VVD, die voor uitzetting van de Rotterdamse imam heeft gepleit zodra hij wordt veroordeeld, sluit niet uit dat de geestelijk leider uiteindelijk toch ons land moet verlaten.
"Deze imam heeft een tijdelijke werkvergunning en die zou bijvoorbeeld niet verlengd kunnen worden na een veroordeling", aldus VVD-Kamerlid Rijpstra, die vindt dat Van Boxtel nu eerst de uitspraak van de rechter moet afwachten. "Mocht het tot een veroordeling komen dan moeten we de zaak verder bekijken", aldus Rijpstra.
Van Boxtel spreekt vandaag op zijn ministerie met vertegenwoordigers van islamitische organisaties en de betrokken imam. In het gesprek staat de uitlating van de geestelijk leider centraal dat homoseksualiteit een ziekte zou zijn. Van Boxtel verwacht dat heel veel islamitische organisaties gehoor zullen geven aan zijn uitnodiging om hierover in gesprek te gaan.
In het kader van de imam-discussie opperde de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) gisteren dat landen als Turkije en Marokko proberen via moskeeën, politieke organisaties en inlichtingendiensten grip te houden op allochtone bevolkingsgroepen in ons land. "Daardoor worden politieke tegenstellingen in Nederland aangewakkerd, wat een negatieve invloed heeft op het integratieproces," aldus de BVD.
Met name in de Turks en Marokkaanse gemeenschap in Nederland doen zich tegenstellingen voor die veroorzaakt worden door de situatie in het moederland. "Zo is in Marokko sprake van een scherpe tegenstelling tussen een conservatieve en een hervormingsgezinde stroming, die zich ook in Nederland doet gelden"', stelt de BVD.
Als voorbeeld geeft de BVD de weerstand van islamitische oppositiepartijen tegen voorstellen van de Marokkaanse regering om de positie van de vrouw te verbeteren. In de Marokkaanse gemeenschap ontstond vorig jaar onrust toen een petitie tegen de hervormingen binnen Marokkaanse moskeeën in Nederland werd verspreid. De BVD noemt het opmerkelijk dat een aantal imams tijdens de preek opriep de petitie te tekenen.