DORTMUND - Ook de Europese voetbalunie (UEFA) zal zich conformeren aan het advies van dr. Michel d'Hooghe, vice-voorzitter van de UEFA en tevens voorzitter van de medische commissie van de wereldvoetbalfederatie (FIFA). De Belgische medicus liet zich woensdag door experts van het olympisch laboratorium in Lausanne uitgebreid informeren over de laatste onderzoeken naar de effecten van nandrolon en kwam tot de conclusie dat voorzichtigheid geboden is.
d'Hooghe gisteren in Telesport: "Na het lezen van alle rapporten rest voor mij één conclusie: hier past medische bescheidenheid en voorzichtigheid. Er kan daarom geen sprake zijn van een sanctie op basis van alleen een laboratoriumanalyse."
Namens de UEFA stelt president Lennart Johansson: "Michel d'Hooghe zal ten aanzien van het nandrolonvraagstuk ook binnen de UEFA de toon gaan zetten. Wij zijn op de hoogte van het onderhoud dat hij in Zürich met onderzoeker dr. Martial Saugy had en wachten nu op het advies dat hij op 28 mei aan onze medische commissie zal geven."
Gerd Aigner, secretaris-generaal van de UEFA, onderstreept de reactie van zijn preses. "Iedereen is vooral benieuwd hoe safe alle nandrolononderzoeken eigenlijk zijn. Gezien de enorme sportieve en economische belangen kan de UEFA niet voorzichtig genoeg zijn."
De terughoudendheid van de Europese voetbalunie is in het voordeel van Frank de Boer, die na afloop van de UEFA-Cupwedstrijd tegen Celta de Vigo-Barcelona bij een dopingcontrole positief werd bevonden. Daardoor zal de UEFA voor het eerst een oordeel moeten vellen in een nandrolonzaak. Tenminste, als ook de contra-expertise positief uitvalt.
Maar omdat dr. Michel d'Hooghe, als voorzitter van de medische commissie van de FIFA, ook een belangrijke stem heeft binnen de wereldvoetbalfederatie is het zo goed als uitgesloten dat de FIFA de voorlopige 'Italiaanse' schorsing van Edgar Davids over zal nemen. Helemaal, als straks inderdaad blijkt, dat bij de Juventus-middenvelder een nandrolonwaarde van 2.35 is geconstateerd. Dr. Michel d'Hooghe is daarover in ieder geval duidelijk: "De centrale vraag is tot welke waarde er bij een voetballer sprake is van een endogene (lichaamseigen red.) productie en wanneer hij gedrogeerd is. De nu gehanteerde grenswaarde van 2 nanogram per milliliter is een acceptabel uitgangspunt, terwijl bij lichte afwijkingen naar boven eveneens met een endogene productie rekening mag worden gehouden."