BRUSSEL - De inflatie in de twaalf landen van de eurozone is in de maand april fors gestegen van 2,6% in maart naar 2,9%. De fikse maandelijkse stijging, sinds vorig jaar november niet meer vertoond, werpt een vreemd licht op de renteverlaging vorige week door de Europese Centrale Bank. De ECB erkende toen dat de inflatie op korte termijn nog hoog zou blijven, maar voorzag een geleidelijke daling.

Duisenberg. (Foto: REUTERS)

ECB-president Duisenberg sprak gisteren in Frankfurt op een conferentie over de introductie van de eurobiljetten en -munten en bleef volhouden dat de middellange termijn-vooruitzichten wat betreft de inflatie gunstig zijn. Analisten beginnen dat echter steeds meer te betwijfelen. De komende maanden blijven de voornaamste oorzaken van de aanwakkerende inflatie immers overeind: hoge olieprijzen, fiks hogere voedselprijzen vanwege de mkz-crisis en het slechte voorjaar en tot slot forse looneisen.

Vorige week bij de aankondiging van 0,25% renteverlaging in de eurozone, zei Duisenberg te verwachten dat de inflatie in de eurozone "in de loop van volgend jaar" weer onder de gewenste 2% zal komen. Noch Duisenberg, noch Bundesbank-president Ernst Welteke (die ook op de conferentie was) weigerden te reageren op de nieuwe renteverlaging in de VS. President Greenspan van de Amerikaanse centrale bank wordt niet gehinderd door te hoge inflatie en wil tot elke prijs de economie stimuleren door middel van renteverlagingen.

De ECB zag vorige week de nieuwe verlaging in de VS al aankomen en moest binnen de beperkte mogelijkheden ook wel een stimulerend gebaar maken, de Duitse economie (eenderde van de euro-economie) draait opvallend traag. Bovendien zagen vele analisten in de renteverlaging door de ECB de erkenning dat het ECB-bestuur nu van mening is dat de effecten van de vertraagde economie in de VS op de Europese economie toch groter kunnen uitpakken dan eerder was voorzien.

Op termijn moet deze afvlakkende groei een positieve uitwerking krijgen op de Europese inflatiecijfers. Gerekend over de hele EU, dus met Groot-Brittannië met haar lage inflatie erbij, steeg de inflatie in april van 2,3 naar 2,6%. Volgens Eurostat, het statistisch bureau van de EU, is Nederland met een inflatie van 5,3% koploper. Vorige week kwam het CBS in Voorburg op basis van de eigen berekeningen op 4,9% uit.

Ook Portugal (4,6%), Ierland (4,3%) en Spanje (4%) zitten veel te hoog. De laagste inflatie zit nog steeds in Groot-Brittannië (1,1%), Frankrijk (2%) en Oostenrijk 2,5%). Eind vorige week, daags na de renteverlaging door de ECB, bleek al dat in vijf belangrijke eurolanden de inflatie was opgelopen, namelijk in Duitsland, Frankrijk, Spanje, Nederland en Ierland.

zoek naar gerelateerde artikelen

do 17 mei 2001