SKOPJE - Aan het Albanese rebellenfront heerst gisteren in Macedonië rust, maar iets noordelijker, in de Servische Presevo vallei was er nog volop strijd bij het dorp Oraovica. Daar probeerde het Joegoslavische leger Albanese rebellen tot overgave of vertrek te dwingen.
Zowel in Macedonië als in de Presevo vallei leken de opstandelingen gisteren niet bereid toe te geven. In Macedonië zweeg weliswaar het geschut, maar het lijkt twijfelachtig dat de rebellen daar zullen vertrekken. Van de nieuwe regering van nationale eenheid kregen zij gisteren twee dagen de tijd het gebied te verlaten. Mochten zij morgen nog in de dorpen bij de grens met Kosovo zijn, dan zal er een volledig Macedonisch offensief worden ingezet.
Het eenzijdige staakt-het-vuren was een kennelijke concessie van de Slavische partijen in de nieuwe, gisteren aangetreden regering aan de Albanese partijen. Die eisen nog steeds een einde aan de gevechtshandelingen voordat er serieus kan worden gesproken over het verbeteren van de positie van de Albanese minderheid in Macedonië. De nieuwe regering heeft, ook als morgen de strijd zou worden hervat, de volledige steun van het westen.
Dat ligt gevoeliger in de Servische Presevo vallei, die deel uitmaakt van de bufferzone die de NAVO in 1999 instelde rondom Kosovo. In de afgelopen maanden heeft de NAVO het Joegoslavische leger toegestaan daar weer te opereren, maar het gebied waar de meeste rebellen zich bevinden is nog in NAVO-handen. Dat zal op 24 mei veranderen, dan mag het Joegoslavische leger ook daar binnentrekken.
Om de internationale gemeenschap vooral te laten zien, dat het leger onder de nieuwe machthebbers een andere krijgsmacht is dan ten tijde van Slobodan Milosevic probeert Belgrado sinds zondag een groep rebellen te verdrijven uit Oraovica.
De Joegoslaven willen tonen dat de Albanese bevolking niets van hen heeft te vrezen en alleen de rebellen het doelwit zijn. Gedurende een gevechtspauze konden een lokale Albanese leider en waarnemers van de Europese Unie het dorp te inspecteren. De bevinding was dat er geen burgerslachtoffers zijn gevallen. Minstens duizend inwoners van Oraovica zijn naar het nabijgelegen Kosovo gevlucht.