DEN HAAG - Werkgevers moeten met hun handen van fooien van hun werknemers afblijven. Dat heeft de Hoge Raad in een arrest bepaald. Daardoor mogen werknemers fooien ontvangen zonder dat dit ten koste gaan van hun reguliere bruto salaris.
De Hoge Raad maakt korte metten met de gangbare praktijk dat werkgevers de brutolonen van hun personeel 'korten' met het bedrag dat zij maandelijks aan fooien van hun klanten ontvangen.
Ondernemers in bepaalde branches maken op verzoek van de fiscus een zogenoemde forfaitaire schatting van het totaal aantal fooien dat jaarlijks in hun bedrijf wordt ontvangen. Over dit bedrag betalen zij dan loonbelasting. De werkgevers korten hiervoor hun personeel op het uurloon, dat toch wel wordt gecompenseerd door fooien, zo is de redenering. Onder meer personeel in de horeca-, kappers- en taxibranche kan dit overkomen.
Stel, iemand met een bruto maandsalaris van 2000 gulden ontvangt daar bovenop 200 gulden aan fooien. Ondernemers mogen deze 200 gulden dan niet langer korten op het brutosalaris, ook niet als daar bepaalde afspraken over zijn gemaakt in een cao. Personeel kan de tips dus tijdens het werk gewoon in de zak steken.
Daarmee heeft de Hoge Raad voor het eerst duidelijk gemaakt dat fooien in principe geen deel uitmaken van het vaste loon. Volgens employee benefits-specialist Gerard van Westen van Deloitte&Touche is de uitspraak van de Hoge Raad dan ook uniek. "Voor het eerst is op het hoogste juridische niveau duidelijk gemaakt dat fooien in principe los staan van het gangbare loonbegrip."
De zaak was aangespannen door Horecabond FNV tegen een Rotterdams hotel-restaurant.