DEN HAAG - De ministers Korthals (Justitie) en De Vries (Binnenlandse Zaken) leggen zich niet neer bij een opmerkelijke uitspraak van de Haagse rechtbank die hen verbiedt informatie over de zaak Mink K. aan de Tweede Kamer te verstrekken.
Beide bewindslieden besloten gisteren in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak omdat zij het hier volstrekt mee oneens zijn.
De Haagse rechtbankpresident Paris besloot eerder op de dag tot het informatieverbod van Korthals en De Vries nadat Mink K. hierover een kort geding tegen de staat had aangespannen.
De crimineel is van mening dat zijn leven in gevaar is nu informatie over zijn afspraak met justitie onder meer is doorgespeeld naar de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD).
Naast een verbod op het verstrekken van informatie aan de Kamer bepaalde de rechtbank verder dat de informatie die de BVD van justitie heeft ontvangen zo snel mogelijk moet worden vernietigd.
Korthals en De Vries vinden dat de uitspraak volledig in strijd is met datgene wat in de Grondwet is bepaald, waarbij de ministers juist worden verplicht de Tweede Kamer te informeren indien deze daarom vraagt. Alleen indien het landsbelang met het niet beschikbaar geven van informatie gediend is mag hiervan worden afgeweken.
Verder vinden de bewindslieden dat de rechtbank te ver is gegaan door de BVD op te dragen de aan haar verstrekte informatie te vernietigen.
Ook in de Tweede Kamer zelf is gisteren met verbazing gereageerd op de uitspraak van de rechtbank.
Volgens ChristenUnie-Kamerlid Rouvoet, die tevens vice-voorzitter was van de Commissie Kalsbeek die de opsporingsmethoden van justitie onderzocht, heeft de uitspraak van gisteren "verregaande consequenties".
"De minister mag daardoor immers niet iets doen waartoe hij door de Grondwet juist verplicht wordt, namelijk het informeren van de Tweede Kamer", aldus Rouvoet.
De deal tussen justitie en Mink K. kwam naar buiten door onder meer het rapport van de commissie-Kalsbeek. Door latere publicaties werd duidelijk dat K. gegevens over wapenhandel en corruptie aan officier van justitie Teeven gaf.
Omdat justitie de geheimhouding van de overeenkomst had geschonden, verklaarde het hof in Amsterdam het OM vorige maand niet-ontvankelijk in de strafzaak van K.. Justitie verdacht de Amsterdammer van betrokkenheid bij een grote partij wapens. Door de deal met K. publiek te maken, heeft justitie zijn leven in gevaar gebracht, aldus het hof.
K.'s raadsman P. Bakker Schut zei vorige week dat hij aanwijzingen heeft dat ook de inhoud van de gesprekken binnenkort op straat ligt. De raadslieden van K. zijn tevreden met de uitspraak van de Haagse rechtbank. "Hiermee wordt verdere schade voor onze cliënt hopelijk beperkt", zegt advocate A. van der Plas.