SARAJEVO - Met een bomaanslag in een Servisch-orthodoxe kerk in Sanski Most in Bosnië wordt het VN-bestuur in Bosnië-Hercegovina geconfronteerd met een zeer ongewenste realiteit. In plaats van de etnische groepen de Bosnische moslims, de Serviërs en de Kroaten tot verzoening en vrede te bewegen, nemen de onderlinge spanningen toe.
Voor een deel heeft dat te maken met het verlangen de Bosniërs beter te laten aansluiten bij de realiteit van het zich verder richting vrede ontwikkelende Europa. Om dat idee gestalte te geven heeft het VN-bestuur echter verzoeningssymbolen tot stand willen brengen, die bij de elkaar nog diep hatende etnische groeperingen niet goed zijn begrepen.
Op twee opeenvolgende dagen wilde men, eerst in Trebinje daarna in Banja Luka, in het Servische kerngebied dat tijdens de oorlog van 1992-1995 op gruwelijke wijze werd gezuiverd van moslims verwoeste moskeeën herbouwen. In beide gevallen leidde dat tot heftige Servisch nationalistische protesten en niet tot de gehoopte verzoening en vrede.