AMSTERDAM/WASSENAAR - Oud-burgemeester en voormalig minister Bram Peper overweegt in de politiek terug te keren. Hij speelt met de gedachte zich beschikbaar te stellen als PvdA-kandidaat voor de Tweede-Kamerverkiezingen in mei 2002.
"Ik heb voldoende andere aanbiedingen op zak, maar ik ben wel verslaafd aan de publieke zaak en Kamerlid ben ik nog nooit geweest."
Dit zegt hij na de uitspraak van de Raad van Tucht voor Registeraccountants.
Deze raad heeft Peper op onderdelen gelijk gegeven in zijn strijd tegen het accountantskantoor KPMG. Peper was naar deze beroepsinstantie gestapt omdat hij meende dat de accountants onzorgvuldig hadden gehandeld. Het betreft het onderzoek naar malversaties door (voormalige) bestuurders van Rotterdam waaronder Peper. Dit onderzoek van KPMG en de Commissie tot Onderzoek van de Rekening (COR) uit de Rotterdamse gemeenteraad, bleek fataal voor de bestuurlijke carrière van Peper.
Voorzitter mr. J. Willems van de Raad van Tucht heeft gisteren met zijn uitspraak drie accountants van KPMG een flinke tik op de vingers gegeven. "In plaats van het afleveren van gedegen onderzoek naar de declaraties van (oud-)bestuurders ademt het rapport van KPMG een sfeer uit van een lange lijst van verdachtmakingen tegen die bestuurders."
Op basis van deze uitspraak begint Peper ook een civiele procedure tegen KPMG. "Ik eis een schadevergoeding. Dit zal een bedrag met zes nullen zijn."
Drie van de zes klachten van Peper werden door de raad (deels) gegrond verklaard. Desondanks kregen de accountants geen straf opgelegd.
Volgens de Raad van Tucht hebben de accountants teveel de nadruk gelegd op de presentatie van het onderzoek. "Omdat het rapport het karakter had van een werkdossier met bijzonder grote aandacht voor detailposten, is het accent te veel op individuele personen komen te liggen. Dat, terwijl het rapport meer beschouwend had moeten zijn en een gemotiveerd oordeel over de administratieve organisatie van de gemeente Rotterdam had moeten geven", aldus mr. J. Willems in zijn toelichting.
Verder hebben de accountants onvoldoende gemotiveerd waarom zij vlak voor het verschijnen van het onderzoeksrapport (17 maart 2000) nog termen in het rapport hebben veranderd. "Het begrip rechtmatig werd ineens vervangen door functionaliteit. Dat heeft onbegrijpelijkheid van de beoordelingen in de hand gewerkt", zegt de raad.
In een aantal gevallen heeft Peper geen gelijk gekregen. Zo kan hij niet bewijzen dat de bevindingen in het verslag van KPMG en de Commissie tot Onderzoek van de Rekening (COR) niet zouden kloppen.
Dat de accountants tijdens het onderzoek informatie naar de pers zouden hebben gelekt en dat zij slechts delen van gesprekken met de ondervraagde bestuurders in het rapport hebben vermeld, acht de raad evenmin bewezen.
Overigens toonde ook KPMG zich redelijk tevreden over de uitspraak. "Een groot deel van de klachten is verworpen en onze conclusies blijven overeind", liet de Raad van Bestuur weten.
De gemeente Rotterdam vindt nog steeds dat Peper ruim 64.000 gulden 'teveel gedeclareerde uitgaven' moet terugbetalen. De oud-burgemeester zal geen gehoor geven aan dit morele beroep op hem.