AMSTERDAM - Het Amerikaanse energiebedrijf Williams heeft de overnamestrijd rond het gasbedrijf Barrett Recources van Shell gewonnen. Gisteren werd bekend dat de directie van Barrett is ingegaan op het bod van het veel kleinere Williams. Het is de tweede keer in korte tijd dat Shell een overnamepoging ziet stranden.

Williams betaald $2,8 miljard, dat is inclusief $300 miljoen aan schulden. De transactie zal in twee stappen plaats vinden. Voor de eerste 50% van de uitstaande aandelen betaalt Williams $73 per aandeel. Voor de resterende aandelen is een ruilverhouding afgesproken van 1,767 aandelen Williams voor één aandeel Barrett. Het bod moet nog worden goedgekeurd door de toezichthouders. Volgens Williams kan de overname daarna in 60 tot 90 dagen worden afgerond.

Shell heeft gisteren meteen laten weten de pogingen Barrett over te nemen te staken. "De eigendommen en het personeel van Barrett gecombineerd met de financiële en technologische kracht van Shell, dat zou naadloos aansluiten. Maar wel tegen de juiste prijs", aldus Walter van de Vijver, directeur van de Amerikaanse exploratie-activiteiten van Shell. "Wij gaan niet van onze economische grondregels afstappen."

Shell bood in eerste instantie $55 per aandeel Barrett en waardeerde het bedrijf daarmee op zo'n $1,8 miljard. Barrett wees dat bod direct als onvoldoende van de hand en zette zichzelf in de etalage door andere bedrijven uit te nodigen met een hoger bod te komen. Shell verhoogde zijn bod daarop tot $60 per aandeel, ofwel $2 miljard.

Ook dat bedrag vond de directie onvoldoende. Aandeelhouders Barrett speculeerden al op een hoger bod. Afgelopen vrijdag sloot het aandeel op de beurs van New York op $67,30.

De top van Barrett heeft er nooit een geheim van gemaakt geen voorstander te zijn van het bod van Shell. Volgens topman P. Dea van Barrett, was het altijd de bedoeling om alle geïnteresseerden te laten meebieden op zijn bedrijf. "Andere hebben een geheimhoudingsovereenkomst getekend en mochten toen in onze boeken kijken. Shell heeft ervoor gekozen dat niet te doen. Vanaf het eerste ogenblik zijn wij er heel open in geweest dat ook Shell was uitgenodigd mee te doen met onze procedure."

De gesprekken tussen Barrett en Williams waren al enige tijd gaande. Williams zag zich vorige week gedwongen het bod openbaar te maken nadat Wall Street analisten per ongeluk een conference call te zien kregen waar over een bod op Barrett werd besproken.

Het in Tulsa, Oklahoma gevestigde Williams is vooral actief op de markt voor gasopslag en -transport. Over het afgelopen jaar boekte Williams een omzet van $10,4 miljard en een winst van $524,3 miljoen. In 1999 bedroeg de winst nog $221,4 miljoen.

De reden waarom Williams de overname doet, zijn dezelfde als die Shell heeft aangevoerd: de gasreserves van Barrett in de Rocky Mountains. De Rocky Mountains herbergen de op één na grootste gasreserves in de VS. Voor Williams betekent de overname een ruime verdubbeling van zijn aardgasvolumes. Williams was de nummer 25 van aardgasbedrijven in de VS en stijgt nu razendsnel naar nummer 10 op de ranglijst.

Analisten waarderen het feit dat Shell zich niet laat verleiden tot een hoger bod. Hoewel de kas van de oliegigant overvol zit, voert de Nederlands/Britse organisatie een stringent investeringsregime.

"Dat is juist de belangrijkste reden waarom de oliemaatschappij voor beleggers aantrekkelijk is. Shell zal er dus wel voor waken niet een verkeerd signaal af te geven door ongelimiteerd te bieden", aldus een analist van SNS Securities.

Twee weken gelden viste Shell al achter het net na een langdurige poging het Australische olie- en gasbedrijf Woodside Petroleum over te nemen. De Australische regering weigerde uiteindelijk toestemming te geven. Het Nieuw-Zeelandse energieconcern Fletcher wist de oliegigant wel te bemachtigen.

Shell de afgelopen tijd nadrukkelijk aanwezig op de overnamemarkt. Gezien de verwachting dat de vraag naar gas onder druk van milieumaatregelen fors zal toenemen, stuurt het concern aan op versterking van de gasactiviteiten.

zoek naar gerelateerde artikelen

di 8 mei 2001