PAPENDRECHT - Baggergigant Boskalis heeft gisteren een verrassend bod uitgebracht op de zeer winstgevende baggeractiviteiten van de Hollandsche Beton Groep (HBG). Daarvoor heeft zij een bedrag van van EUR570 miljoen ofwel 1,25 miljard over. HBG zei gisteren in een eerste reactie het bod "zorgvuldig te bestuderen". Het bod van baggeraar Boskalis komt nog geen jaar na een mislukte fusiepoging van het duo.
Boskalis heeft een omzet van rond de 2 miljard en telt ongeveer 3200 werknemers. HBG boekte vorig jaar een omzet van 11,2 miljard en telt bijna 19.000 werknemers.
Boskalis wil HBG's baggerdochter, de HAM, inlijven omdat het zegt te streven naar een consolidatie van de branche. "Een combinatie van HAM en Boskalis is optimaal, gezien de vlootsamenstelling, marktposities en organisatie", zegt Boskalis in een kort persbericht. Boskalis denkt dat de HAM meteen zal bijdragen aan de winst per aandeel, ondanks dat Boskalis nieuwe aandelen wil uitgeven als het bod slaagt. De baggeraar denkt aan een emissie die zo'n 350 miljoen moet opleveren. De rest van de overnamesom betaalt het bedrijf uit eigen middelen en met bankleningen.
"Het is geen vijandig bod", zei gisteren financieel directeur Roel Berends van Boskalis. "Het is misschien verrassend. Maar we vonden het, uit oogpunt van zorgvuldigheid, beter om het bod meteen naar buiten te brengen. Het is per slot van zake koersgevoelige informatie en dat mag natuurlijk niet uitlekken."
Het baggerbedrijf HAM is de parel aan de kroon van HBG. Het is het veruit meest winstgevende onderdeel van het enorme bouwbedrijf, en dat al jarenlang. Vorig jaar haalde de baggerpoot een bedrijfsresultaat van 57 miljoen euro op een omzet van 411 miljoen euro. Ter vergelijking: het resultaat van de afdeling Civiele Bouw van HBG was minder dan de helft, bij een zes maal zo hoge omzet.
Dat is weerspiegeld in het bod van Boskalis. Vorig jaar bood de baggeraar uit Papendrecht 1,4 miljard voor HBG als geheel, en nu dus 1,25 miljard voor alleen de baggertak.
De pogingen van Boskalis om HBG in te lijven waren vorig jaar goed voor een ware soap, die al snel als de 'baggeroorlog' door het leven ging.
In februari 2000 lekte uit dat beide partijen "oriënterende gesprekken" voerden, al benadrukte HBG direct ook in gesprek te zijn met het Belgische conglomeraat Ackermans & Van Haaren, grootaandeelhouder van de eveneens Belgische baggeraar Deme. Het oordeel in de financiële wereld was eensluidend: wereldwijd baggeren is een goede zaak, maar wat moet Boskalis met de omvangrijke bouwpoot van HBG, die volgens de beste sectortraditie ook nog eens kampt met problemen in Duitsland (Wayss & Freytag)?
Het al snel geformuleerde voornemen van Boskalis om een bod uit te brengen was tegen het zere been van HBG, die dit direct als "vijandig" bestempelde. Topman Rob van Gelder benadrukte de bouwactiviteiten van zijn 'prooi' niet af te stoten en repte van een "absolute topper in de internationale baggerwereld".
Het vertrouwen van HBG in de goede bedoelingen van Van Gelder was niet groot. Eind februari koos het concern voor een beproefde polderlandse beschermingsconstructie: het plaatsen van preferente aandelen bij een 'bevriende' stichting. Tegelijkertijd lekte uit dat langere tijd voor de baggeroorlog ook al gesprekken hadden plaatsgevonden, die stukliepen op de zeggenschap in de nieuw te vormen onderneming.
Boskalis liet zich niet uit het veld slaan door de beschermingswal, en dwarsboomde HBG's vrijage met Deme door samen met grootaandeelhouder HAL eigenhandig een bod uit te brengen op Deme. De Belgen voelden er weinig voor vermalen te worden in de Nederlandse strijd, en stopten met beide partijen de onderhandelingen. In maart haalde de rechter de lont eventjes uit het kruitvat: Boskalis moest zijn uiteindelijke bod op HBG EUR643 miljoen twee maanden lang in de ijskast zetten. Het bedrijf had zich niet gehouden aan de rustpauze die na eerdere besprekingen (vóór de baggeroorlog) was ingelast.
De time out leek beide partijen goed te doen. In mei vorig jaar werd op de aandeelhoudersvergadering van het belaagde HBG bekend dat de baggerfusie alsnog werkelijkheid zou worden. "Over de voordelen van het samenvoegen van de bouwdivisies hebben we nooit van mening verschild", aldus HBG-topman Jan Veraart toen. "We hadden alleen moeite met de manier waarop, en het spanningsveld dat ontstaat om van twee ongelijkwaardige partijen een gelijkwaardige fusie tot stand te brengen." Boskalis had belangrijke concessies gedaan, zo bleek. HBG behield z'n structuur, waarmee de door Veraart zo verafschuwde splitsing in een bagger- en een bouwpoot (de opmaat tot verkoop van de laatste) van tafel was.
De aandeelhouders van Boskalis waren minder enthousiast. Volgens analisten was dat de ware reden dat juli vorig de fusie alsnog uiteenspatte. Beleggers deelden fluks hun rapportcijfers uit. Het aandeel Boskalis spoot op 10 juli 2001 18% omhoog; HBG moest bijna eenzelfde percentage terug. Jan Veraart stapte op. Officieel luidde het dat beide partijen het niet eens konden worden over de toekomst van de Duitse bouwactiviteiten van HBG. De beslissing de hele deal af te blazen was, hoe kon het ook anders, "in goede harmonie" genomen.
Een woordvoerder van HBG wil niet ingaan op de vraag of de nieuwe topman C. Reigersman anders denkt over de bouwen- én baggeren-strategie. "We hebben het bod ontvangen en we gaan het zorgvuldig bestuderen, rekening houdend met de belangen van alle stakeholders", is het korte commentaar. Volgens hem is het bod van Boskalis bij HBG niet "ingeslagen als een bom".