Het Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuws
za 5 mei 2001  
---
De krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
De prins en Maxima 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Jaaroverzicht 
---
Telegraaf-i
---
Ga naar 
Auto's 
Reis & Vakantie 
Wonen 
Baan & Carrière 
Financieel actueel 
Show & Film 
Weerberichten 
Souvenirs 
---
Kopen 
 Vraag & Aanbod/ 
Speurders
 
Veiling 
Prijsvergelijker 
Winkelen 
---
Met Elkaar 
Live chatten 
Discussiëren 
Kaartje sturen 
E-mailen 
---
Mijn leven 
Horoscopen 
Psychologie 
---
Contact 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
[terug]
 D E   F I N A N C I Ë L E   T E L E G R A A F 
 
ACTUEEL FINANCIEEL NIEUWS: WWW.DFT.NL
  Nederlandse variant op
inkopers-index uit VS

door MANNO VAN DEN BERG

   
 

AMSTERDAM - Welke kant gaat het op met de economie? Die vraag houdt veel spelers in het hectische spel op de beurzen dagelijks bezig. Informatie over de toekomst is goud waard. In de Verenigde Staten geven onder meer de maandelijkse meldingen van inkoopmanagers houvast. De Nederlandse markt beschikt binnenkort over een eigen variant van de PMI-index.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 18kb)
Inkoopprijzen voldoen goed als kompas voor de economie. (Foto: Emiel van Lint)
Van frikadellen voor de kantine tot Leopard tanks: Jan Snijder, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) en inkoopdirecteur bij Stork, heeft het allemaal voorbij zien komen. "Van de prijs van Zweeds ijzererts tot de stand van de dollar", als inkoper moet je veel volgen. Zijn collega's kunnen vanaf 31 mei varen op een algemene inkopers-index. De Nederlandse banksector, analisten en onderzoeksinstituten omarmen de economische barometer enthousiast, omdat inkopers vaak als eerste economische voor- of tegenspoed zien aankomen.

Nederlands nieuwste early warning indicator gaat de Nevi PMI index heten. Nevi naar de uitbrengende instantie, PMI naar de 'Purchasing Managers' Index' zoals die al tientallen jaren in de Verenigde Staten door de beroepsvereniging (NAPM) van Amerikaanse inkoopmanagers wordt aangeboden.

De Nederlandse inkopers-index draait al een jaar achter de schermen. Ongeveer 300 bedrijven vullen maandelijks een enquête in. Ze geven hun oordeel over onder meer inkoopprijzen, levertijden, voorraden en werkgelegenheid. Alle informatie wordt gebundeld in een samengesteld indexcijfer.

Het product gaat 31 mei aanstaande officieel van start en zal daarna elke eerste van de maand worden gepubliceerd. Samen vertegenwoordigen de 300 een flink deel van de Nederlandse industrie, naar omzet zo'n 10% van het bruto binnenlands product. "Een representatieve steekproef dus", oordeelt Snijder.

Een moneymaker wordt de index niet voor Nevi. Snijder: "Het verspreiden van de boodschap is belangrijker dan er veel geld aan te verdienen." Snijder geeft ruiterlijk toe dat het de naamsbekendheid van de Nevi ook geen kwaad doet. Al jarenlang bokst de belangenbehartiger aan tegen het stoffige imago van de inkoopmanager. Een "schoorsteencarrière tot de dood erop volgt", zo schetst Snijder het vooroordeel.

Snijder: "De focus heeft lange tijd op verkoop gelegen. Daar zaten de helden van het bedrijf. Dit terwijl circa 50% van de omzet van een gemiddeld Nederlands bedrijf is ingekocht. Bij industriële bedrijven kan dat zelfs 70% zijn." Regionaal Nevi-voorzitter Frits Behr (gepensioneerd, afkomstig van Gasunie) beaamt de imago-moeilijkheden van de branche: "de flitsende jongens zaten bij marketing."

De inkopers-index is in de VS ooit ontworpen als baken voor inkoopmanagers, maar verwierf als kompas voor de gehele economie een ijzersterke positie. De Britse zusterorganisatie van de Nevi timmert al tien jaar met een inkopers-index aan de weg. Behr: "De woordvoerder daar staat bijna maandelijks voor de camera's."

In Nederland zijn de 300 deelnemers in ieder geval al enthousiast, aldus Behr. Want naast extra elan geeft de index informatie die de overlevingskansen van bedrijf én inkoopmanager kan vergroten.

Snijder: "In september vraagt elke directie: wat doen de inkoopprijzen volgend jaar? Je gaf dan een percentage, op het gevaar af dat je werd afgeschoten. Als leidraad had je niet meer dan je eigen ervaringen van het voorgaande. De index voegt de ervaringen van 300 collega's hieraan toe."

In het verleden moesten inkopers dus vooral op eigen ervaring varen. Dat liep niet altijd goed af. Snijder (ooit enige jaren inkoper bij Defensie) herinnert zich de teloorgang van een ambtenaar die zich voorbereidde op de aankoop van F16's. "De dollar stond toen op ƒ1,98. Die inkoper dacht: "Zo laag komt-ie nooit meer en heeft alle brandkasten van den Haag volgestouwd met dollars. Toen daalde de dollar naar 1,88. Eervol ontslagen."

Zelf is Snijder indertijd betrokken geweest bij de aankoop van de Leopard-tanks. "Echt de inkoop van de eeuw", blikt hij tevreden terug. "Vijf miljard gulden uitgesplitst in wel 100 verschillende contracten." Groot probleem was dat de Duitse overheid bij de aankoop van 1800 tanks had bedongen dat geen land ze goedkoper mocht hebben, aldus Snijder. "We hebben dus erg ons best moeten doen. Zo hebben we 100 tanks niet in Nederland laten opleveren maar in het Duitse Seedorf. Vijf tanks voor de prijs van vier."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 5 mei 2001

[terug]
     
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.