SKOPJE - Het Macedonische leger heeft gisteren een offensief ontketend tegen etnisch Albanese opstandelingen in het noorden van het land. Daarbij heeft het leger ten minste drie door Albanezen bewoonde dorpen met artillerie en luchtgeschut onder vuur genomen.
De nieuwe militaire operatie kwam op gang, nadat eerder op de dag de spanningen verder waren opgelopen na de dood van twee soldaten die in een hinderlaag waren gelopen. De aanval is volgens woordvoerders in de hoofdstad Skopje bedoeld om "alle Albanese terroristen te elimineren".
Legereenheden bombardeerden onder meer het dorp Kumanovo, waar later op de dag heftige gevechten uitbraken. Volgens Ali Ahmeti, de politieke leider van het rebellenleger, het Nationale Bevrijdingsleger (UCK), valt het Macedonische leger zijn eigen bevolking aan. "We doen alles om burgers te beschermen", aldus Ahmeti. President Boris Trajkovski gaf een andere lezing. "Ze hebben deze mensen gegijzeld en malen er niet om als onschuldige burgers worden gedood."
Het leger beschoot ook de dorpen Slupcane en Vakcince, onder meer vanuit gevechtshelikopters die het vorige maand mocht lenen van Oekraïne bij het vorige gewelddadige treffen met de rebellen bij de stad Tetovo. Afgelopen weekeinde kwam het conflict weer tot een uitbarsting, toen acht soldaten in een hinderlaag de dood vonden.
De Slavische Macedoniërs hebben sindsdien in diverse steden, onder meer in Skopje, hun woede gekoeld op Albanese winkels en restaurants. Daarbij viel woensdag een dode.
Inzet van de strijd is de eis van de Albanese minderheid voor gelijke rechten. Na de vijandelijkheden bij Tetovo begonnen daarover onderhandelingen met gevestigde Albanese politieke partijen. Dat leverde weinig op. President Trajkovski weigerde gisteren in te gaan op het voorstel van Ahmeti met het UCK en andere Albanese groeperingen te gaan praten en een staakt-het-vuren af te kondigen.