ROTTERDAM - Oud-burgemeester Bram Peper heeft gistermiddag op het stadhuis van Rotterdam een pakketje laten bezorgen met daarin de Johan van Oldenbarneveltpenning. Met deze penning, een hoge gemeentelijke onderscheiding die Peper bij zijn afscheid in 1998 vanwege zijn verdiensten voor de stad kreeg uitgereikt, stuurde hij ook de bijbehorende oorkonde terug.
In het pakketje zat een begeleidend briefje, waarin staat te lezen dat Peper "niet langer door het gemeentebestuur van Rotterdam onderscheiden wenst te zijn." Deze brief is inmiddels onder burgemeester, wethouders en raadsleden van de stad verspreid.
Behalve het terugsturen van de penning heeft Peper bovendien laten weten dat het geld dat hij bij zijn afscheid van burgers en bedrijven kreeg en dat op een speciale rekening stond om er een later een kunstwerk voor de stad van te kunnen kopen, aan diergaarde Blijdorp moet worden gegeven. Het gaat hierbij om tienduizenden guldens.
Het Rotterdamse college van B en W heeft bij monde van burgemeester Ivo Opstelten gisteravond gezegd "deze stap van Peper ten zeerste te betreuren."
De actie van Peper komt op een niet geheel onbelangrijk moment. Vanochtend namelijk buigen de raadsleden van de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken (ABZ) zich over het voorstel van het college van B en W, om een moreel beroep te doen op Peper om 64.000 gulden aan de gemeente terug te betalen.
In dat bedrag zitten de privé-kosten die Peper volgens de Rotterdamse burgemeester en wethouders tussen 1986 en 1998 onder meer tijdens zijn reizen maakte en die hij op de gemeentekas zou hebben afgewenteld. Peper wil niet terugbetalen.
De oud-burgemeester en ex-minister heeft een klacht ingediend tegen drie accountants van KPMG die de declaraties van alle voormalige bestuurders van de stad onder de loep namen. Peper vindt dat zij "onzorgvuldig hebben gehandeld." De Raad van Tucht voor Registeraccountants in Amsterdam doet dinsdag uitspraak in deze zaak.