DEN HAAG - Minister Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking) moet haar beleid drastisch omgooien en bij de hulp aan arme landen minder aandacht besteden aan pure armoedebestrijding. In plaats daarvan moet Nederland veel meer proberen de lokale democratie te verbeteren.
Ook moet hulp aan landen waar sprake is van excessen op het gebied van mensenrechten en corruptie veel minder snel dan nu het geval is, worden stopgezet.
Dat concludeert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een nog vertrouwelijk rapport aan het kabinet met als titel 'Ontwikkelingsbeleid en goed bestuur'. In het document dat vandaag wordt gepresenteerd, concludeert de WRR dat Herfkens 'meer reliëf' moet geven aan het stimuleren van recht en goed bestuur in de meest arme landen.
De raad vindt dat de internationale hulp via onder meer de Wereldbank, de Verenigde Naties en andere organisaties vooral gericht moet worden op armoedebestrijding, maar dat Nederland in de afzonderlijke contacten met de arme landen de democratische ontwikkeling veel meer op de voorgrond moet plaatsen.
Door een kleiner accent op pure armoedebestrijding kunnen volgens de WRR meer landen dan nu in aanmerking komen voor Nederlandse hulp. Ook landen met een gebrekkige democratie, waar snelle verbeteringen lonken, zouden hulp moeten krijgen. Daarmee wijkt de WRR af van het huidige beleid, waarbij alleen hulp wordt gegeven indien daadwerkelijk van bepaalde vormen van democratie sprake is.
Terwijl Herfkens in geval van schending van mensenrechten en corruptie nu nog vaak de ontwikkelingsrelatie verbreekt, vindt de WRR dit niet de goede lijn. Volgens de raad moet Nederland in dergelijke situaties zeer voorzichtig zijn met het verbreken van de ontwikkelingsrelatie. "Een andere invulling van de hulprelatie verdient dan veelal de voorkeur", zo maant de WRR de bewindsvrouw.